Robert William Lamm (Brooklyn (New York), 13 oktober 1944) is een Amerikaans toetsenist en zanger. Alhoewel Robert Lamm een aantal albums op eigen naam uitbracht, dankt hij zijn bekendheid voornamelijk aan de band Chicago. Met name in de succesperiode in de Verenigde Staten schreef Lamm (mee) aan bekende hits aldaar, zoals Does anybody really know what time it is?, Saturday in the Park (4th of July) en 25 or 6 to 4.
Lamm verhuisde naar de stad Chicago toen hij vijftien jaar oud was. Zijn muzikale basis werd gelegd door de elpees van zijn ouders, waarop jazz te horen was. Zoals zoveel popmusici kreeg hij zijn eerste “podium”ervaring als zanger in een kerkkoor. Hij zong in het koor van de Grace Episcopal Church, Brooklyn Heights, New York. Een andere zanger in dat koor was de Amerikaanse cultmusicus Harry Chapin. Dat Lamm zijn loopbaan in de muziek zou hebben stond toen nog niet vast. Hij studeerde andere kunsten (tekenen en schilderen) voordat hij aan de Roosevelt University te Chicago in de ban raakte van muziek. In 1967 was hij een van de medeoprichters van Chicago, de band waarin hij tot op heden speelt.
In de lange periodes dat Chicago niet actief is nam hij soloalbums op, maar ook een album met twee andere collegae uit de popmuziek. Van 1992 tot 1998 waren Lamm, Carl Wilson van The Beach Boys en Gerry Beckley (ex America) bezig met het album Like a brother dat voor Wilson postuum werd uitgegeven. Af en toe doceert Lamm aan universiteiten en dan met name op de onderwerpen productie en het schrijven van liedjes.
Lamm is viermaal getrouwd: