Slakkendoders | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Tetanocera arrongans | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Familie | |||||||||||
Sciomyzidae Fallén, 1820 | |||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||
Slakkendoders op Wikispecies | |||||||||||
(en) World Register of Marine Species | |||||||||||
|
De slakkendoders (Sciomyzidae) zijn een familie uit de orde van de tweevleugeligen (Diptera), onderorde vliegen (Brachycera). Ze komen wereldwijd voor. In Australazië en Oceanië zijn ze het minst verbreid. De familie omvat zo'n 60 geslachten en 600 soorten, waarvan er 58 in Nederland voorkomen.
De vliegen zijn 2-14 mm lang, en meestal grijs of bruin; de poten zijn soms roodachtig of geel gekleurd. De vleugels zijn transparant, meestal met donkere vlekjes.
Vliegen uit deze familie worden veelal aangetroffen in moeras en ander nat gebied, waar hun larven jagen of parasiteren op slakken. Dat kunnen zowel land- als waterslakken zijn, en zowel huisjes- als naaktslakken. Bij veel soorten begint de larve als aaseter, vervolgens als parasitoïde en ten slotte als rover. Enkele soorten verpoppen binnenin hun prooidier. Er zijn ook soorten die verpoppen in het slakkenhuis nadat ze dat eerst leeggegeten hebben. Vijf soorten van het geslacht Anticheta voeden zich in het vroege larvestadium uitsluitend met slakkeneieren. Van enkele soorten zijn de larven aangepast aan leven onder water en deze parasiteren op tweekleppigen (schelpdieren). Ook zijn er soorten bekend die parasiteren op ringwormen. De volwassen vliegen eten nectar. Verder is nog weinig bekend over de leefwijze van deze dieren.
De geslachten met gedefinieerde pagina staan hieronder vermeld met het (globaal) aantal soorten tussen haakjes.