Sparrenmos | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Thuidium abietinum (Hedw.) Schimp. (1852) | |||||||||||||
habitus | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Sparrenmos op Wikispecies | |||||||||||||
|
Het sparrenmos of het enkelgeveerd thujamos (Thuidium abietinum) is een mos uit de familie Thuidiaceae.
Het is een zeer zeldzame maar circumboreaal verspreide soort van duinen en graslanden.
De botanische naam Thuidium is Oudgrieks voor thuja, naar de gelijkenis met de levensboom (Thuja occidentalis).
De soortaanduiding abietinum komt uit het Latijn en betekent 'lijkend op een zilverspar (Abies).
Het sparrenmos vormt ijle matten. De plant is enkelvoudig geveerd (in tegenstelling tot het gewoon thujamos, dat meervoudig geveerd is), waarbij alle vertakkingen in een plat vlak liggen zodat het geheel wat op een tweedimensionaal sparretje lijkt. De stengel is bezet met parafyllia, sterk gereduceerde blaadjes. De stengelblaadjes zijn breed driehoekig, dofgroen en papilleus.
Het sparrenmos is een tweehuizige plant.
Slechts zelden wordt een sporenkapsel of sporogoon gevormd. Ze staan op een 1,5 tot 3 cm lange, rode steel, zijn bijna rechtopstaand en cilindrisch. Het kapsel wordt afgesloten door een taps toelopend operculum.
Er zijn twee variëteiten, die verschillen in morfologische verschillen en enigszins verschillende locatie-eisen:
Naast beide variëteiten bestaat er ook een tussenvorm die bekend staat als Thuidium abietina var. abietinum f. intermedium . Een duidelijk onderscheid is daarom niet altijd mogelijk.
Sparrenmos groeit voornamelijk op lichte tot licht beschaduwde plaatsen op droge, stenige, kalkrijke bodems, zoals in kalkgraslanden, kust- en rivierduinen en lichte bossen.
Het sparrenmos is een kensoort voor de klasse van kalkgraslanden (Festuco-Brometea).
Sparrenmos is circumboreaal verspreid. Het is in België en Nederland zeer zeldzaam.