The Dominoes | ||||
---|---|---|---|---|
Achtergrondinformatie | ||||
Oorsprong | Verenigde Staten | |||
Genre(s) | r&b | |||
(en) Discogs-profiel | ||||
(en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
The Dominoes[1][2], ook bekend als Billy Ward & the Dominoes, was een Amerikaanse r&b-zanggroep.
Billy Ward was een geschoolde zangleraar, die onder zijn leerlingen de leden van zijn groep koos: Clyde McPhatter, Charlie White[3], Joe Lamont[4] en Bill Brown[5]. The Dominoes wonnen een talentenjacht en stonden in november 1950 voor de eerste keer in de geluidsstudio. Ze werden derhalve door het net opgerichte King Records-dochterlabel Federal Records gecontracteerd, waarvoor de eerste single van het label Do Something For Me / Chicken Blues in december 1950 verscheen. In maart 1951 werd de single Sixty Minute Man / I Can't Escape From You uitgebracht, wiens a-kant heftige seksuele toespelingen bevatte. Ze ontwikkelde zich tot de eerste miljoenenseller van het nieuwe label en bereikte de toppositie van de r&b-hitlijst voor 14 achtereenvolgende weken. Dit nummer was een van de eerste r&b-hits, die zich ook plaatste in de pophitlijst met een 23e plaats en een notering van vier weken.
In 1951 verlieten White en Brown de groep en werden vervangen door James Van Loan en David McNeil. In april 1952 hadden The Dominoes een verdere nummer 1-hit met Have Mercy Baby.
In 1953 verliet McPhatter de groep en richtte The Drifters op. Ward contracteerde Jackie Wilson als nieuwe leadzanger. Er volgden verdere mutaties en de groep wisselde vervolgens meerdere keren tussen Federal Records en het moederlabel King Records, totdat ze in juni 1956 uiteindelijk kozen voor Decca Records. De laatste hit van The Dominoes was echter al in april 1957 verschenen bij Liberty Records. De klassieker Stardust was de beste crossover van de Dominoes met een 5e plaats in de r&b-hitlijst en een 12e plaats in de pophitlijst. Hier zong echter niet meer Jackie Wilson, maar Eugene Mumford[6] als diens vervanger, want Wilson had de groep reeds in 1956 verlaten ten gunste van een solocarrière. Aansluitend hield de groep zich nog tot 1965 staande, echter zonder grotere successen.
Federal Records
King Records
Jubilee Records
Decca Records
Liberty Records