Warrenisuchus Status: Uitgestorven Fossiel voorkomen: Vroeg-Trias | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Warrenisuchus ontogenesis | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Geslacht | |||||||||||
Warrenisuchus Maganuco et al., 2009 | |||||||||||
Typesoort | |||||||||||
Parotosuchus aliciae | |||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||
|
Warrenisuchus[1] is een geslacht van uitgestorven temnospondyle Batrachomorpha (basale 'amfibieën') uit het Vroeg-Trias van Queensland, Australië. Het behoort tot een diverse groep temnospondylen genaamd Capitosauria.
De combinatio nova Warrenisuchus aliciae werd gepubliceerd in 2009 en is oorspronkelijk beschreven als een soort van Parotosuchus in 1988:[2] Parotosuchus aliciae die dus de typesoort is van het geslacht Warrenisuchus. De soortaanduiding eert Alice Crosland Hammerly die de fossielen vond in de Duckworth Creek. Parotosuchus was bekend van andere soorten die zijn gevonden in Europa, Afrika en Antarctica. In 2000 werd de soort vervolgens toegewezen aan het nieuwe geslacht Rewanobatrachus, samen met de nieuw genoemde soort Rewanobatrachus gunganj, die werd aangewezen als de typesoort van dat geslacht. Rewanobatrachus gunganj werd later echter opnieuw geclassificeerd als een soort van Watsonisuchus, waardoor de naam Rewanobatrachus onbruikbaar werd voor Rewanobatrachus aliciae dat weer in zijn eigen geslacht moest worden geplaatst, hetwelk Warrenisuchus werd genoemd. De geslachtsnaam verwijst naar Anne Warren-Howie, de naamgever van de soort.[3] Verschillende studies suggereren echter dat Warrenisuchus aliciae naar keuze ook als een soort van Watsonisuchus zou kunnen worden beschouwd. In tegenstelling tot de meeste capitosauriërs, is Warrenisuchus bekend van vele juveniele schedels van minder dan vier centimeter lang.
Warrenisuchus is bekend van verschillende fossiele exemplaren. Het holotype QM F12281 bewaart het grootste deel van de schedel en onderkaken, de schoudergordel, de voorste wervels en ribben en de rechterachterpoot. Het paratype QM F12282 omvat een gedeeltelijke schedel en schoudergordel. Een tiental verdere schedels is aan de soort toegewezen.
Alle bekende exemplaren van Warrenisuchus zijn erg klein; de grootste schedel is slechts 3,9 centimeter lang en de kleinste is 1,1 centimeter lang (volwassen capitosauriërs kunnen schedels hebben van meer dan een meter lang). Ze vertonen veel kenmerken van jonge individuen, zoals grote oogkassen, ronde koppen (volwassen capitosauriërs hebben meestal driehoekige koppen), losse naden tussen de schedelbeenderen, kleine tabulaire hoorns en foramina pinealia dicht bij de achterkant van de oogkassen (in tegenstelling tot verder terug op het schedeldak). De kleinste exemplaren lijken het ontwikkelingsstadium direct na de metamorfose te vertegenwoordigen, wanneer kieuwen verloren zijn gegaan en de schedelbotten zijn verdikt, maar de wervels slecht ontwikkeld blijven.
Fossielen van Warrenisuchus zijn de meest voorkomende componenten van een amfibiefauna die tijdens het Vroeg-Trias in Oost-Australië bestond. Ze worden bewaard in de Arcadia-formatie, die dateert uit het Indien. Andere temnospondyle amfibieën uit de Arcadia-formatie omvatten rhytidosteiden en brachyopoïden. Een andere amfibiefauna bestond rond dezelfde tijd in West-Australië en omvat een grotere diversiteit aan brachyopoïden samen met rhytidosteiden, trematosauriden en de capitosauriër Edingerella, die een naaste verwant was van Warrenisuchus.
Hieronder is een cladogram van Maganuco et al. (2009):
Capitosauria |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||