Weidesprinkhaan | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vrouwtje | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Chorthippus dorsatus Zetterstedt, 1821 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Weidesprinkhaan op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
De weidesprinkhaan (Chorthippus dorsatus) is een rechtvleugelig insect uit de familie veldsprinkhanen (Acrididae), onderfamilie Gomphocerinae.
De lichaamskleur is groen of soms bruin, de randen van het halsschild zijn recht. Aan de onderrand van de vleugel is het chorthippuslobje aanwezig. Mannetjes bereiken een lengte van 14 tot 17 millimeter, de vrouwtjes zijn 18 tot 21 mm lang.[1]
Verwarring is mogelijk met de krasser en de zompsprinkhaan, deze soorten hebben echter een duidelijk donkere knie aan de achterpoot. Met de kustsprinkhaan is de weidesprinkhaan alleen te onderscheiden door naar de vleugeladering te kijken, het zogenaamde radiaalveld van de weidesprinkhaan is recht, terwijl die van de kustsprinkhaan geknikt is.
In Nederland werd de soort beschouwd als uitgestorven na de voorlaatste waarneming in 1992 te Denekamp. Echter, in 2018 werd een exemplaar waargenomen in natuurgebied Lonnekerberg en een populatie bij Fort Pannerden.[2][3] In België komt de weidesprinkhaan alleen in het uiterste zuidoosten voor in Lotharingen. De habitat bestaat uit graslanden zoals wegbermen en slootkanten.
De weidesprinkhaan is actief gedurende de maanden juli tot september, de mannetjes laten zich vooral horen tussen 9 uur in de ochtend tot 7 uur in de avond[1]. Het geluid bestaat uit een serie knarsende geluiden die eindigen in een krasachtig getjirp. Het geluid is zacht en moeilijk te horen.
Referenties
Bronnen