Welf VII (c.1135 – Siena, 11 of 12 september 1167) was de enige zoon van Welf VI, hertog van Spoleto en van Uta van Calw. Zijn vader erfde de familiebezittingen in Zwaben, w.o. de graafschappen Altdorf en Ravensburg, die hij aan Welf gaf. Welf verbleef echter het grootste deel van zijn tijd in de Italiaanse bezittingen van zijn vader, terwijl deze zelf in Zwaben bleef. Beide Welfen steunden Frederik Barbarossa als koning van Duitsland en vergezelden hem op de Italiaanse campagnes vanaf 1154. In nam hij deel aan de strijd tussen zijn vader en Hugo van Tübingen. Welf nam ook deel aan de campagne van 1167, toen malaria het leger vernietigde en de keizer verplichtte om zich terug te trekken over de Alpen. Welf werd ook getroffen door de malaria en stierf in 1167.
Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Welf VII op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.