Tanden in volwassen gebit | ||||
---|---|---|---|---|
Tanden in melkgebit | ||||
Afbeelding | ||||
Wisselgebit | ||||
Menselijk gebit | ||||
|
In de periode waarin de melktanden door definitieve tanden worden vervangen, spreekt men van een wisselgebit. Er zijn dan tanden van beide soorten in het gebit aanwezig. Het gaat in dit artikel om de tanden en kiezen van de mens. Het wisselgebit duurt ongeveer vanaf het 5de tot het 14de jaar.
Een melktand valt na een bepaalde tijd waarin deze 'wiebelt' vanzelf uit het tandvlees. Dit heeft twee oorzaken. Ten eerste duwt de nieuwe tand de melktand naar buiten. Ten tweede wordt er een stof aangemaakt waardoor de wortel van de oude tand langzaam oplost. Op een gegeven moment heeft deze dus geen houvast meer.
Als de melktanden blijven zitten terwijl de nieuwe tanden al doorkomen, spreken we van een persistent melkgebit. Hierbij lost de tandwortel niet goed op en staan er op een gegeven moment twee tanden in het gebit, waar er maar plaats is voor een. De gevolgen zijn scheve, moeilijk te poetsen tanden.
Chronologisch kunnen we de evolutie van het wisselgebit als volgt schetsen: