Zilverazide | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Molecuulformule | AgN3 | |||
IUPAC-naam | zilver(I)azide | |||
Andere namen | knalzilver | |||
Molmassa | 149,888 g/mol | |||
CAS-nummer | 13863-88-2 | |||
Wikidata | Q418547 | |||
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | ||||
H-zinnen | H200 | |||
EUH-zinnen | geen | |||
P-zinnen | geen | |||
Fysische eigenschappen | ||||
Aggregatietoestand | vast | |||
Dichtheid | 4,42 g/cm³ | |||
Smeltpunt | (ontleedt) 250 °C | |||
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||
|
Zilverazide is een anorganische verbinding met als brutoformule AgN3. De witte, vaste stof is een explosief en staat ook bekend onder de naam knalzilver.
Zilverazide kan gemaakt worden door aan een oplossing van zilvernitraat in water een oplossing van natriumazide toe te voegen. Het zilverazide slaat als een witte stof neer:
Röntgendiffractie laat zien dat zilverazide een coördinatiepolymeer is, waarin Ag+ gecoördineerd is door vier, in één vlak liggende azide-ionen. Elk uiteinde van een azide-ion coördineert met twee Ag+-ionen. De structuur van de vaste stof bestaat uit een stapeling van op deze wijze opgebouwde lagen van AgN3. De lagen zijn aan elkaar gekoppeld via zwakkere Ag-N-bindingen.[1]
De bekendste reactie van zilverazide is de ontleding van de vaste stof, waarbij stikstofgas vrijkomt:
Zilverazide was, net als lood(II)azide, een vervangmiddel voor het in oorlogstijd moeilijk vindbare kwikfulminaat (wegens het daarvoor noodzakelijke kwik).
Zilverazide kan, zoals ook de aziden van andere zware metalen, op gevaarlijke wijze exploderen. Het moet verwijderd blijven van hitte- of ontstekingsbronnen.