П. Хеннипман в 1929 году закончил 2e государственный бизнес-колледж в Амстердаме. С 1929 года учился на коммерческом факультете Амстердамского университета, в 1932 году защитил степень кандидата (аналог степени бакалавра), а в 1934 году магистерскую степень в Амстердамском университете. В 1940 году он был удостоен докторской степени с отличием по экономике в Амстердамском университете. Научным руководителем докторской диссертации «Экономический мотив и экономический принцип» был профессор Герман Фрижда[5].
Преподавательскую деятельность начал в качестве лектора по экономике в Амстердамском университете в 1938—1945 годах, а 20 ноября 1945 года назначен профессором экономики Амстердамского университета на место своего учителя Г. Фрижда, который погиб в концлагере Освенцим в ноябре 1944 года. Хеннипман проработал в университете до 31 декабря 1973 года, когда вышел в отставку, став эмерит профессором Амстердамского университета[6].
По инициативе фонда Хеннипмана журнал De Economist учредил премию Хеннипмана, которая вручается раз в два года за лучшую статью в журнале, начиная с 1997 года.
П. Хеннипман отмечает, что теорема невидимой руки относится к позитивной экономической теории, а не к нормативной. Таким образом, теорема является эмпирически опровержимой, а возникающая экономическая неэффективность из-за общественных потерь в связи с монопольной властью, тарифами и внешними эффектами, не должна трактоваться, как рекомендация принимать меры для их устранения. Эффективность по Парето не даёт предписаний относительно экономической политики (распределять излишки или компенсировать потери), а только фиксирует значение системы распределения[8].
Hennipman P. De prijspolitiek van den exporteur//Economische Voorlichting, 1937, blz. 26-27.
Hennipman P. De toekomst der internationale credietverlening. Jaarboek 1937// Amsterdamsche Kring van Economen, blz. 45-71.
Hennipman P. Restrictieschema’s in depressie en hoogconjunctuur//Economische Voorlichting, 1937, blz. 710—711.
Hennipman P. Conjunctuurstabilisatie? //Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur, jaargang 14 (1937/8), 20, blz. 232—233.
Hennipman P. 'n Jaar conjunctuurgeschiedenis// Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur, jaargang 15 (1938/9), 9, blz. 98-99.
Hennipman P. Enkele problemen der economische dynamica. — Openbare les, Amsterdam, 1938.
Hennipman P. Eenige aspecten der financiering uit de winst. //Bedrijfseconomische opstellen, aangeboden aan prof. Th. Limperg jr. door den Amsterdamsche Kring van Economen ter gelegenheid van zijn 60e verjaardag d.d. 21 december 1939, Groningen, blz. 304—333.
Hennipman P. Heeft de gangbare economische theorie haar betekenis verloren?//Jaarboek 1941 Studievereniging der Economische Faculteit, blz. 58-66.
Hennipman P. Het 100 %-plan. Het voorstel tot volledige dekking van niet bij de centrale bank aangehouden girosaldi// De Economist, 1943, blz. 269—302.
Hennipman P. Nut, nuttigheid en objectieve gebruikswaarde// De Economist, 1943, blz. 433—438.
Hennipman P. De norm der geldpolitiek//Maandschrift Economie, 1943, 4, blz. 35-51.
Hennipman P. De binnenlandsche geldpolitiek in de geleide economie// Het geldwezen in de geleide economie. Preadviezen voor de Vereniging voor de Staathuishoudkunde en de Statistiek, ’s-Gravenhage, 1943
Hennipman P. Afzetpolitiek en prijsvorming//De Economist, 1944, blz. 147—158.
Hennipman P. In memoriam Prof. Dr. H. Frijda//De Economist, 1944, blz. 255—257.
Hennipman P. Economische vooruitzichten//Het Parool, 19 mei 1945, blz. 1.
Hennipman P. Economisch motief en economisch principe. Amsterdam: N.V. Noord-Hollandsche Uitgevermaatschappij, 1945
Hennipman P. De theoretische economie en de wederopbouw. Rede uitgesproken bij het aanvaarden van het ambt van gewoon hoogleraar in de Staathuishoudkunde aan de Universiteit van Amsterdam op 5 november 1945, — Amsterdam: N.V. Noord-Hollandsche Uitgeversmaatschappij, 1945.
Hennipman P. Theorie der geldzuivering//Economisch Statistische Berichten, 22 november 1945, blz. 240—242.
Hennipman P. Theorie der geldzuivering (II)//Economisch Statistische Berichten, 29 november 1945, blz. 259—261.
Hennipman P. Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, corporatisme en geleide economie//Economisch Statistische Berichten, 23 januari 1946, blz. 51-53.
Hennipman P. Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, corporatisme en geleide economie (II)//Economisch Statistische Berichten, 6 februari 1946, blz. 88-90.
Hennipman P. Bij den dood van Lord Keynes// Vrij Nederland, jaargang 6, (1945/6), 35, blz. 10.
Hennipman P. Misverstanden en legenden over corporatisme en geleide economie//Economisch Statistische Berichten, 1 mei 1946, blz. 276—278.
Hennipman P. Werkgelegenheidspolitiek en internationale handel//De Economist, 1947,95, blz. 699—727.
Hennipman P. Handelspolitiek en werkgelegenheid. In Economie en maatschappij, opstellen geschreven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Faculteit der Economische Wetenschappen van de Universiteit van Amsterdam, Groningen: P. Noordhoff N.V., 1948, blz. 142—171.
Hennipman P. J.L. de Bruyn Kops//De Economist, 1952, 100, 785—813.
Hennipman P. Van en over Schumpeter//De Economist, 1953, 101, blz. 284—302.
Hennipman P. Monopoly: Impediment or Stimulus to Economic Progress? In Monopoly and Competition and their Regulation, papers and proceedings of a conference held by the International Economic Association, red. E. H. Chamberlin, Londen-New York, 1954, blz. 421—456
Hennipman P. Monopolie: beletsel of stimulans voor de economische vooruitgang? In Vraagstukken van heden en morgen, nr. 58, Hengelo, 1955.
Hennipman P. De economische problematiek van het sparen. In Verbruik en sparen in theorie en praktijk. Een overzicht van problemen en resultaten van de economische theorie, het empirisch onderzoek en het streven naar een doelmatige inkomstenbesteding, red L. M. Koyck, P. Hennipman en C. W. Willinge Prins-Visser, Haarlem, 1956, blz. 161—361.
Hennipman P., C. Goedhart, J. F. Haccou en J. H. van Stuyvenberg. Das Wirtschaftssystem der Niederlande nach 1945// Wirtschaftssysteme des Westens, Dl. I/ R. Frei, — Bazel-Tübingen, 1957, blz. 131—167.
Hennipman P. Recente kritiek op de economische wetenschap//Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting Nationale Bank België, 1958, XXXIII, 1, blz. 249—268.
Hennipman P. Enkele opmerkingen over winstmaximering op korte en op lange termijn//Maandblad voor Accountancy en Bedrijfshuishoudkunde, december 1959, blz. 500—508.
Hennipman P. Doeleinden en criteria der economische politiek// Theorie van de economische politiek/ J. E. Andriessen en M. A. G. van Meerhaeghe — Leiden, 1962, blz. 1-106.
Hennipman P. De taak van de mededingingspolitiek. Rede uitgesproken op 10 januari 1966 ter gelegenheid van de 334e Dies Natalis van de Universiteit van Amsterdam, Haarlem, 1966. Ook opgenomen in De Economist, 1966, blz. 379—417.
Hennipman P. Tweeërlei interpersonele nutsvergelijking. In Mens en Keuze, Opstellen aangeboden aan S. Korteweg, red. H. de Haan, S.K. Kuipers en J.K.T. Postma, Amsterdam, 1972, blz. 73-106.
Hennipman P. Een monografie over leven en werk van Pareto//De Economist, 1972, 120, blz. 563—576.
Hennipman P. In memoriam Prof. Dr. F.A.G. Keesing//De Economist, 1973, 121, blz. 209—212.
Hennipman P. In memoriam Prof. Dr. Frits Jacob de Jong//De Economist, 1976, 124, blz. 387—393.
Hennipman P. Pareto optimality: value judgement or analytical tool?// Relevance and Precision: From Quantitative Analysis to Economic Policy. Essays in Honour of Pieter de Wolff / J.S. Cramer, A. Heertje en P. Venekamp — Amsterdam: North-Holland, 1976, blz. 39-69
Hennipman P. Welvaartstheorie en economische politiek/ J. van de Doel en A. Heertje — Alphen aan den Rijn: Samson, 1977
Hennipman P. Some notes on Pareto optimality and Wicksellian unanimity// Wandlungen in Wirtschaft und Gesellschaft. Festschrift für Walter Adolf Jöhr/ E. Küng — Tübingen: J.C.B. Mohr, 1980, blz. 399—410
Hennipman P. De verdeling in de paretiaanse welvaartstheorie// Inkomensverdeling en Openbare Financieen, Opstellen voor Jan Pen/ P.J. Eijgelshoven en L.J. van Gemerden, Amsterdam: Het Spectrum, 1981.
Hennipman P. Nieuw licht op Pierson//De Economist, 1982, 130, blz. 1-8.
Hennipman P. Welfare economics in an impasse? Some observations on Mishan’s vision//De Economist, 1982, 130, blz. 457—464.
Hennipman P. Een aforisme van Jevons//De Economist, 1982, 130, blz. 560—562.
Hennipman P. Wicksell and Pareto: their relationship in the theory of public finance//History of Political Economy, 1982, 14 (1), blz. 37-64.
Hennipman P. Kanttekeningen bij een naschrift// De Economist, 1983, 131, blz. 88-90.
Hennipman P. In Memoriam: Prof. Dr. Pieter Bastiaan Kreukniet//De Economist, 1983, 131, blz. 153—160.
Hennipman P. Normative or positive: Mishan’s half-way house//De Economist, 1984, 132, blz. 86-99.
Hennipman P. The nature of welfare economics: A final note//De Economist, 1984, 132, blz. 238.
Hennipman P. A tale of two schools: Comments on a new view of the ordinalist revolution//De Economist, 1987, 100, blz. 141—162.
Hennipman P. A new look at the ordinalist revolution: Comments on Cooter and Rappoport//Journal of Economic Literature, 1988, XXIV, maart, blz. 80-85.
Hennipman P. An old case of plagiarism: Pierson eclipsed by Schwarzkopf//History of Political Econonomy, 1990, blz. 539—545.
Hennipman P. The reasoning of a great methodologist: Mark Blaug on the nature of Paretian welfare economics//De Economist, 1992, 140, blz. 413—445.
Hennipman P. Hicks, Robbins, and the Demise of Pigovian Welfare Economics: Rectification and Amplification//Southern Economic Journal, 1992, 59 (1), blz. 88-97.
Hennipman P. Moving in circles: Blaug once again on the nature of paretian welfare economics//De Economist, 1993, 141, blz. 290—294.
Hennipman P. Welfare Economics and the Theory of Economic Policy/ D. Walker, A. Heertje en H. van den Doel — Aldershot: Edward Elgar, 1995.
Некоторые внешние ссылки в этой статье ведут на сайты, занесённые в спам-лист
Эти сайты могут нарушать авторские права, быть признаны неавторитетными источниками или по другим причинам быть запрещены в Википедии. Редакторам следует заменить такие ссылки ссылками на соответствующие правилам сайты или библиографическими ссылками на печатные источники либо удалить их (возможно, вместе с подтверждаемым ими содержимым).