Grammy Awards 1964 | ||||
---|---|---|---|---|
Grammy Awards | ||||
Datum | 12 mei 1964 | |||
Locatie | New York, Los Angeles, Chicago | |||
Vorige | 5e Grammy Awards | |||
Volgende | 7e Grammy Awards | |||
|
De zesde editie van de jaarlijkse uitreiking van de Grammy Awards vond plaats op 12 mei 1964. Dit gebeurde tijdens drie ceremonies die gelijktijdig werden gehouden in Los Angeles, New York en Chicago.
Terwijl de VS in het voorjaar van 1964 de grote doorbraak van The Beatles beleefde, was er bij de Grammy Awards van dat jaar maar weinig te merken van de plotselinge omwentelingen in de popmuziek. Net als voorgaande jaren was er welgeteld één categorie voor rock-'n-roll, terwijl klassieke muziek en populaire muziek de uitreiking opnieuw domineerden. Bovendien was de winnaar van de Grammy voor Best Rock-'n-Roll Recording bepaald geen 'rock'plaat: Deep Purple van Nino Tempo & April Stevens won die categorie, maar had weinig met rock-'n-roll te maken. Het jaar daarop, in 1965, zouden The Beatles voor het eerst een Grammy winnen.
Componist en dirigent Henry Mancini was opnieuw de grote winnaar, met dit keer drie prijzen. In de zes jaargangen van de Grammy's had hij nu al veertien prijzen ontvangen. Dit jaar waren er Grammy's in de categorieën Record of the Year, Song of the Year en Best Background Arrangement, alle voor het nummer Days of Wine and Roses. Een gezongen versie van Andy Williams was ook genomineerd voor een Grammy, maar won niet.
Ook de Britse componist en dirigent Benjamin Britten won drie Grammy's, alle drie in de klassieke categorieën. Hij kreeg ze voor zijn compositie War Requiem als Best Classical Composition, Best Classical Performance (koor) en Classical Album of the Year. Andere uitvoeringen van dit beroemde stuk wonnen Grammy's in respectievelijk 1990 en 2000.
Andere meervoudige Grammy-winnaars waren nieuwkomer Barbra Streisand (haar lp The Barbra Streisand Album won nog een extra Grammy voor beste hoesontwerp), dirigent Erich Leinsdorf en Peter, Paul and Mary; zij wonnen elk twee prijzen. Peter, Paul and Mary wonnen met hun uitvoering van Bob Dylans Blowin' in the Wind. Dylan zelf zou pas in 1980 zijn eerste Grammy Award winnen als (solo-)artiest.
Opvallend was de winst van de Belgische non Sœur Sourire met het liedje Dominique, in de categorie Best Gospel Recording. Zij was ook genomineerd in andere, veel belangrijkere categorieën (waaronder Best New Artist en Song of the Year), maar daarin won ze niet. Zij was in ieder geval de eerste Belgische winnaar van een Grammy Award.
Ray Charles won voor het vierde achtereenvolgende jaar de categorie Best Rhythm & Blues Recording, dit keer met Busted. Leonard Bernstein won zijn derde opeenvolgende Grammy in de categorie Kinderrepertoire, deze keer voor Bernstein Conducts for Young People. Dit was zijn vierde Grammy in totaal waarvan er niet één in een "gewone" categorie was gewonnen. Pas in 1965 won hij zijn eerste Grammy in een klassieke categorie (er zouden er daarna nog twaalf in deze categorie volgen).
(alleen de vetgedrukte namen kregen een Grammy)