Aki Takase | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Geboren | Osaka, 26 januari 1948 | |||
Geboorteplaats | Osaka | |||
Land | Japan | |||
Werk | ||||
Genre(s) | jazz | |||
Beroep | muzikante, componiste | |||
Instrument(en) | piano | |||
Officiële website (en) AllMusic-profiel (en) Discogs-profiel (en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Aki Takase (Japans: 高瀬 アキ, Takase Aki) (Osaka, 26 januari 1948)[1][2] is een Japanse jazzpianiste en componiste.
Takase begon op 3-jarige leeftijd met het pianospel. Ze studeerde klassieke piano in Japan, ontdekte daarna de jazz en ging naar eerste concerten in Japan, o.a. in de jazzclub van Haruki Murakami, waar ze in contact kwam met Amerikaanse muzikanten als Dexter Gordon, Kirk Lightsey e.a. In de Verenigde Staten gaf ze vanaf 1979 concerten en maakte ze opnamen met o.a. Lester Bowie, David Liebman, Sheila Jordan, John Zorn en John Scofield. Daarnaast behoorde ze vanaf 1978 tot de bands van Yoshio Ikeda, met wie ook duo-opnamen ontstonden.
In 1981 gaf ze haar eerste Europese concert tijdens de Berliner Jazztage en speelde ze vervolgens tijdens grote en bekende festivals.
Sinds 1987 woont Takase in Berlijn. Ze werkt regelmatig met haar echtgenoot Alexander von Schlippenbach, maar ook met Han Bennink, Evan Parker, Paul Lovens en andere muzikanten van de freejazz. Ze ontdekte het jonge talent Maria João, met wie ze wereldwijd op tournee ging. Deels werd haar duo uitgebreid tot trio met de bassist Niels-Henning Ørsted Pedersen. Verder werkte ze met David Murray, Louis Sclavis, Günther Klatt, Silke Eberhard en Rudi Mahall in een duo, met verdere muzikanten als DJ Illvibe, Eugene Chadbourne en Nils Wogram in een trio of kwartet. Ze werkte kort als gastprofessor aan de Hochschule für Musik „Hanns Eisler“ Berlijn, waar ze o.a. les gaf aan Daniel Erdmann en Julia Hülsmann.
In verschillende projecten werkte ze in wisselende bezetting samen met persoonlijkheden uit de jazzgeschiedenis, waaronder Duke Ellington (1990, 2009), Thelonious Monk (1994), Eric Dolphy (1998, 2014), W.C. Handy (2002), Fats Waller (2004) en Ornette Coleman (2006).
Takase werd acht keer geplaatst in de kwartaallijsten van de prijs van de Duitse platenkritiek. Voor de cd Aki Takase plays Fats Waller kreeg ze in 2004 de jaarprijs van de Duitse platenkritiek. In 1999 werd ze onderscheiden met de criticiprijs van de Berliner Zeitung en in 2002 met de SWR-jazzprijs. In 2018 kreeg ze de Jazzpreis Berlin.