Bolsover Castle | ||
---|---|---|
Bolsover Castle in 2005
| ||
Coördinaten | 53° 14′ NB, 1° 18′ WL | |
Website | Officiële website | |
Kaart | ||
Bolsover Castle is een kasteel in Bolsover, in het noordoosten van het graafschap Derbyshire. Het werd gebouwd door architect John Smythson in opdracht van en in samenwerking met Sir Charles Cavendish en later diens zoon William Cavendish, eerste hertog van Newcastle, op een ouder Normandisch terrein boven op een heuvel. Het hoofdgedeelte, Little Castle genaamd, is in een eclectische stijl opgetrokken met onder andere romaanse rondbogen en gotische spitsen, tevens maniëristische invloeden in de stijl van Inigo Jones. Het kasteel heeft geen authentiek meubilair meer, maar de wand- en plafondschilderingen zijn intact. Het domein bestaat uit een centraal kasteeltje op de heuvelflank, omgeven door een lusttuin waar een begaanbare muur omheen loopt. Naast het kasteel staan geruïneerde bediendenvertrekken en bewaard gebleven paardenstallen, waarin voor de bezoekers 17de-eeuwse paardenshows worden opgevoerd. Bolsover Castle wordt beheerd door English Heritage.
Bolsover Castle is op de site van een Normandische verdediging gebouwd, die eind 11de eeuw door William Peveril werd opgetrokken, een ridder van Willem de Veroveraar; qua structuur vertoonde het gelijkenissen met het oude Nottingham Castle. Het terrein werd ingesloten als een ommuurd mottekasteel. Vóór de Normandische invasie bevond zich hier een landhuis met kerkje, die aanvankelijk beide in het nieuwe domein werden opgenomen.
Het Little Castle met zijn trappen en terrassen staat boven de afgrond, die noordwaarts blikt. Men betreedt het terrein door de toegangspoort vanuit het zuiden, waarvoor het bezoekerscentrum van English Heritage staat. Onmiddellijk na het binnentreden ziet men links de manège, die niet vrij toegankelijk is, behalve wanneer demonstraties worden uitgevoerd. Hier was ruimte voor vijftien paarden. Henry Cavendish, 2de hertog van Newcastle, liet het gebouw tot appartementen voor minder hooggeplaatste bezoekers ombouwen. Het dak van de manège is een reconstructie.
De westelijke rand van het domein wordt afgebakend door de terrace range, een langwerpig bouwwerk dat ooit drie verdiepingen telde. John Smythson stelde voor, hierin een lange galerij te creëren zodat het in plaats van als nutsgebouw dienst zou kunnen doen als luxueus appartement met twee verdiepingen. Tijdens de Engelse Burgeroorlog werd de terrace range echter geplunderd en van zijn dak ontdaan; na de Restauratie heeft William Cavendish het voormalige platte dak vervangen door een extra verdieping met bogen, die beter harmonieerde met de dakconstructie van de ernaast liggende paardenstallen. Aan het noordelijke uiteinde werd een kapel gebouwd. De terrace range is echter reeds in de 18de eeuw geleidelijk in verval geraakt; er schiet enkel nog het skelet van over. Er werden onder andere keukens, voorraadkelders en een brouwerij in ondergebracht, die dusdanig geordend waren dat de respectieve bedienden elkander niet tegen het lijf konden lopen.
Het Little Castle wordt aan de zuidoostelijke kant omringd door een tuin, die volledig omgeven is door een muur. In de tuin staat een standbeeld van Venus met fontein. De godin wordt omringd door busten van keizers en wellustige beesten. De muur omheen de tuin is afgewerkt met kantelen; men kan zodoende om de tuin heen lopen, en in de muur zijn kamers aangebracht waarin onder andere met alchemie werd geëxperimenteerd.
Charles Cavendish begon in 1612 met de bouw van het Little Castle als buitenverblijf voor de familie, die gewoonlijk te Welbeck verbleef. Zijn moeder, Elizabeth Hardwick, had een fortuin vergaard door viermaal te huwen en bezat diverse luxueuze landhuizen in de streek; Sir Charles had in 1600 de abdij van Welbeck gekocht en erfde het landhuis van Bolsover van zijn stiefvader, George Talbot, 6de earl van Shrewsbury, die het in 1553 van de Kroon had gekocht. Het Little Castle heeft een excentrieke opbouw.
De ingang bevindt zich aan de terraszijde en vertoont boven de deur een beeld van Hercules. Onmiddellijk links van de inkomhal bevindt zich een soort voorgeborchte: een kleiner kamertje met muurschilderingen van de vier humeuren; mogelijkerwijze konden bezoekers hier wachten totdat Cavendish hen ontving, teneinde ondertussen een eerste indruk van zijn verfijndheid en goede smaak te krijgen.
De grote hal, waarin gegeten werd, heeft een ongebruikelijke combinatie van gotische kruisribgewelven, gestut door Dorische zuilen. De haard dateert uit 1616, en aan de wanden zijn enkele van de ‘werken’ van Hercules geschilderd, met wie William Cavendish zich graag vergeleek.
Tegenover de grote hal ligt de pillar parlour, een eveneens rijkelijk geornamenteerde kamer waar Cavendish met zijn gasten dineerde. De houten panelen waarmee de wanden bedekt zijn, zijn goudkleurig beschilderd en de muurschilderingen, naar gravures van Cornelis Cort, verbeelden de vijf klassieke zintuigen. Deze zaal heeft eveneens kruisribgewelven, maar de zuilen zijn van het Ionische type. Voorts bevindt zich gelijkvloers nog een voorraadkamer en een lobby.
Het grootste vertrek op de eerste verdieping is de sterrenkamer, zo genoemd omdat het plafond helemaal met sterren is beschilderd. Dit was de formele ontvangstruimte voor belangrijke gasten, waarin de kasteelheer zijn bezoekers kon imponeren. De wandpanelen in deze kamer bevatten afbeeldingen van heiligen en Bijbelse figuren en er hingen wandtapijten met Bijbeltaferelen, die echter niet bewaard zijn. Heden ten dage hangen er replica’s die onder andere Mozes uitbeelden. Met een fries die langs het plafond loopt en de wapens van zijn grootouders en ouders bevat, kon Cavendish de nadruk op zijn adellijke afstamming leggen.
Achter de sterrenkamer bevindt zich de marble closet met uitzicht op het westen via een balkon dat zich boven de ingang bevindt. Dit kamertje, waarin de kasteelheer zich kon terugtrekken, is helemaal bedekt met marmer. In de gewelven onder het plafond zijn drie licht erotisch taferelen van de deugden geschilderd, gebaseerd op gravures van Hendrick Goltzius.
In de zuidoostelijke hoek van de eerste verdieping bevindt zich William Cavendish’ slaapkamer. De kamer heeft een laag plafond en wanden die, zoals in de sterrenkamer, met tapijten waren bedekt. In 1999 werd ontdekt dat de houten wandpanelen aanvankelijk ook met goud waren bedrukt. De slaapkamer heeft drie belendende kamertjes: enerzijds een niet voor het publiek toegankelijke kast en anderzijds de zogenaamde heaven closet en Elysium closet. Deze twee kamertjes evoceren twee verschillende idealen. In het hemelkamertje werden wellicht kostbare voorwerpen zoals muziekinstrumenten bewaard. De plafondschildering toont een op Continentaal-katholieke kunst geïnspireerd tafereel van een dansende Christus die ten hemel reist, omringd door musicerende engelen. (Een van deze engelen heeft een partituur met een liedje over Robin Hood; Cavendish was sinds 1641 beschermheer van Sherwood Forest). De taferelen zijn wellicht gebaseerd op de barokke kunst die Cavendish tijdens zijn reizen door Europa had gezien.
Het andere, Elyseïsche kamertje is intiemer. Hier zijn de bovenste wanden en het plafond beschilderd met goden als Minerva en Bacchus op de Olympus, alsmede voluptueuze afbeeldingen van orgieën. Boven het raam hangt de spreuk: „All is But vanitie” (alles is slechts ijdelheid), geflankeerd door een lachende en een huilende filosoof.
Op de bovenste verdieping bevinden zich drie slaapkamers, drie kleinere kamers en een opbergkast. Centraal op deze verdieping bevindt zich een koepel die het licht binnenlaat; daaronder staan stenen banken als uitsparingen in de muren. Wellicht konden de gasten van de kasteelheer hier het nagerecht nuttigen. De wandpanelen zijn grotendeels verdwenen. Vroeger was hier tevens toegang tot het dak, dat plat was zodat men erop kon wandelen; in 1750 werd het evenwel vervangen door een normale dakstructuur. Het dak is thans niet voor het publiek toegankelijk. Op deze verdieping zijn de resterende wanden van sobere houten panelen voorzien.
De kelder werd gebruikt om te koken en om bier, wijn en kaas te bewaren. Er zijn nog steeds ovens in de muren waarin de maaltijden boven houten vuren gebakken werden. Aanvankelijk leidde een trap van de wijnkelder omhoog naar de grote hal. Deze keuken in de kelder bleef tot circa 1880 in gebruik. Bolsover Castle heeft nooit een kerker of gevangeniscel gehad; het kasteel was een plezierverblijf voor de familie Cavendish en bezat als dusdanig geen politieke functie.
Begin 21ste eeuw zijn meerdere ruimten in de kelderverdieping door vocht en schimmel aangetast, hetgeen een grondige restauratie noodzakelijk maakt.