In 1790 begint Bosio in Italië, hij werkt daar aan standbeelden voor verschillende kerken.
Bosio ontmoet in 1808Vivant Denon, de directeur van het museum van Napoleon, deze Denon geeft hem de opdracht 20 bas-reliëfs te maken voor de zuil op het Place Vendôme.
In 1816 wordt Bosio benoemd tot lid van de Academie voor Beeldende Kunst.
In 1817 wordt hij benoemd tot professor in de schone Kunsten, en zou als zodanig de grootste beeldhouwers van zijn tijd opleiden, onder wie; Barye, de broers Dantan, Desprez, Duret, Lemaire.
In 1821 wordt hij benoemd tot Eerste Beeldhouwer des Konings.