Frederick McCoy | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Sir Frederick McCoy | |||
Geboren | 1817 Dublin Verenigd Koninkrijk | |||
Overleden | 13 mei 1899 Melbourne (Australië, Britse Rijk) | |||
Nationaliteit(en) | Verenigd Koninkrijk | |||
Beroep(en) | dierkundige, paleontoloog, hoogleraar en museumdirecteur | |||
Website | https://adb.anu.edu.au/biography/mccoy-sir-frederick-4069 | |||
|
Frederick McCoy (Dublin in Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland, 1817 – Melbourne in Australië, 13 mei 1899) was een Brits/Ierse arts, zoöloog, paleontoloog, hoogleraar en museumdirecteur. Hij doceerde in Belfast en later in Melbourne.
McCoy volgde middelbaar en hoger onderwijs in Dublin en studeerde daar geneeskunde maar schakelde al snel over naar natuurlijke historie en paleontologie. In 1841, 1844 en 1846 verschenen van zijn hand overzichten van bestaande collecties fossielen van het Museum of the Dublin Geological Society. In 1845 werd hij medewerker bij de British Geological Survey. In 1846 werd hij medewerker aan het Woodwardian Museum van de Universiteit van Cambridge in Engeland. In 1849 werd McCoy hoogleraar in de geologie en mineralogie en conservator van het museum van het Queen’s College in Belfast.
In 1854 accepteerde hij de benoeming tot hoogleraar aan de Universiteit van Melbourne. Hij doceerde daar scheikunde en hij was de eerste die in Australië colleges in de mineralogie gaf, daarnaast doceerde hij plant- en dierkunde, vergelijkende anatomie en fysiologie van dieren, diersystematiek en paleontologie.
In 1857 kreeg hij het beheer van het National Museum of Natural History and Geology in Melbourne. Hij overtuigde het bestuur van de Universiteit ervan om dit museum te huisvesten op het terrein van de universiteit en er een belangrijke onderzoekinstelling van te maken met een deskundige staf en een wetenschappelijke bibliotheek. McCoy zelf stond in contact met prominente onderzoekers waaronder de vogelkundige John Gould. Via Gould verkreeg hij zoölogische specimens en kopieën van zijn publicaties.
McCoy is de soortauteur van drie soorten giftige slangen van Australië waaronder Oxyuranus microlepidotus die behoort tot de meest giftige slangen van de wereld. Daarnaast is hij de soortauteur van de rosse borstelvogel (Dasyornis broadbenti). McCoy was actief in de Acclimatisation Society (later de Victorian Zoological Society genaamd). Deze vereniging streefde ernaar om bijvoorbeeld zangvogels uit Engeland (Europa) te introduceren in Australië om daar weer het vertrouwde geluid te horen in plaats van de unpleasant noises of the Australian bush. Na ca. 1870 was al bij boeren bekend dat dit soort introducties, bijvoorbeeld van het konijn, leidde tot plagen voor de landbouw en tot vernietiging van inheemse ecosystemen.
Hoewel hij een uitstekend en gewaardeerd paleontoloog was, geloofde hij niet in de door Charles Darwin geformuleerde evolutie door natuurlijke selectie. Hij was een gelovig christen die meende dat soorten organismen verschenen en plotseling weer verdwenen als onderdeel van een bovennatuurlijk plan.