Fumagilline | ||||
---|---|---|---|---|
Chemische structuur | ||||
![]() | ||||
Gebruik | ||||
Geneesmiddelengroep | middelen tegen Amoebozoa | |||
Merknamen | Flisint; Fugilin; Fumidil B; Fumadil B; Amebacillin | |||
Databanken | ||||
CAS-nummer | 23110-15-8 | |||
ATC-code | P01AX10 | |||
PubChem | 6436022 | |||
DrugBank | EXPT01509 | |||
Chemische gegevens | ||||
Molecuulformule | C26H34O7 | |||
IUPAC-naam | (2E,4E,6E,8E)-10-{[(3R,4S,5S,6R)-5-methoxy- 4-[(2R)-2-methyl-3-(3-methylbut-2-enyl)oxiran-2-yl]-1- oxaspiro[2.5]octan-6-yl]oxy}-10 -oxodeca-2,4,6,8-tetraeenzuur | |||
Molmassa | 458,54 g/mol | |||
Smeltpunt | 194,5°C | |||
|
Fumagilline (INN) is een antibioticum dat geproduceerd wordt door de schimmel Aspergillus fumigatus. Het werd begin jaren 1950 door de Upjohn Company geïntroduceerd[1].
Fumagilline werd aanvankelijk gebruikt om infecties door de schimmel Nosema apis bij de honingbij te bestrijden[2]. Het wordt voor deze toepassing verkocht onder de merknaam Fumidil B; dit is het dicyclohexylammoniumzout van fumagilline. Chemische bestrijding is evenwel niet meer toegelaten in een aantal landen waaronder België en Nederland.
Fumagilline is ook een amoebicide en is bij mensen gebruikt voor de behandeling van intestinale amoebiasis (infectie door Entamoeba histolytica)[1][3].
Fumagillin is werkzaam tegen microsporidia-infecties bij mensen[4]. Inwendige microsporidia-infecties komen vaak voor en kunnen fataal zijn bij aids-patiënten. De producent sanofi-aventis heeft van de Europese Commissie de aanwijzing bekomen van fumagilline als weesgeneesmiddel voor de behandeling van diarree bij inwendige microsporidia-infectie in volwassen patiënten met hiv-infectie[5][6]. De merknaam van sanofi-aventis is Flisint.
Fumagilline en synthetische afgeleide verbindingen van fumagilline zouden ook als angiogeneseremmer bij de behandeling van kanker kunnen functioneren[7]. Zij blokkeren het enzym methionine aminopeptidase 2 (MetAP-2) en remmen zo de vorming van nieuwe bloedvaten.
Fumagilline en fumagillinederivaten zijn ook potentiële antimalariamiddelen. Ze blijken bij in-vitro- en in-vivoproeven op de malariaparasiet Plasmodium falciparum eveneens het enzym MetAP-2 te blokkeren en de groei van de malariaparasiet te remmen[8][9].