Daartoe wordt door de stichting de Wedstrijd Godecharle georganiseerd. De weerklank ervan hangt voor alles samen met de waarde van een groot aantal laureaten, waarvan sommigen een internationale faam hebben verworven, onder hen Victor Horta.
De competitie vond voor de eerste maal plaats in 1881. Het werd eerst om de drie jaar georganiseerd bij gelegenheid van de driejaarlijkse Salons voor Schone Kunsten van Brussel. Door de Eerste Wereldoorlog werden de wedstrijden tot 1921 geschorst. Sedert 1933 vindt hij om de twee jaar plaats.
De laureaten ontvangen een beurs van 5.000 euro voor een termijn van twee jaar. Per jaar trekken ze de helft van dit bedrag. Overeenkomstig de wil van de stichter moeten zij deze som besteden aan buitenlandse studiereizen en opzoekingen.
Het beheer van de Stichting Godecharle wordt verzekerd door de Commissie voor Studiebeurzenstichtingen van Brabant. Zij organiseert ook de wedstrijden.
De Godecharle-beurzen worden toegekend door een commissie, steunend op de voorstellen die gedaan worden door de wedstrijdjury’s. De meest befaamde Belgische kunstenaars van de laatste honderd jaar, beeldhouwers, schilders en architecten, hebben aanvaard er deel van uit te maken.[1][3]
↑(fr) A. Massin, W. Demulder, P. Bijtebier, Chr. Dehennin et Henri KesselsLes Concours Godecharle ont cent ans 1881-1981Éliane de Meuse blz. 36 Wettelijk Depot D/1981/1758/3 - [1]