Grijze kruidenmot | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Udea prunalis | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Udea prunalis (Denis & Schiffermüller, 1775) Originele combinatie Pyralis prunalis | |||||||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
|
De grijze kruidenmot (Udea prunalis) is een vlinder uit de familie van de grasmotten (Crambidae), uit de onderfamilie van de Spilomelinae. De wetenschappelijke naam van deze soort is voor het eerst voorgesteld als Pyralis prunalis door Michael Denis en Ignaz Schiffermüller in een publicatie uit 1775. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 23 en 26 millimeter..
De soort komt in alle landen van Europa voor met uitzondering van IJsland. Ook ontbreekt de soort op de eilanden in de Middellandse Zee. Buiten Europa komt de grijze kruidenmot in Georgië en Siberië voor.
Udea prunalis is in Nederland en in België een vrij algemene soort, die verspreid over het hele gebied kan worden gezien.
De soort kent één generatie die vliegt van juni tot en met augustus. De rups komt uit in de herfst en overwintert in een witte zijden spinsel aan de rand van een blad. De rups voedt zich in het voorjaar tot april of mei met een grote verscheidenheid aan kruidachtige en houtachtige planten en leeft dan onder samengevouwen of vastgesponnen bladeren.
Udea prunalis heeft allerlei kruidachtige planten, struiken en loofbomen als waardplanten, waaronder: