Henry Heth | ||
---|---|---|
General Henry Heth
| ||
Bijnaam | "Harry" | |
Geboren | 16 december 1825 Black Heath in Chesterfield County (Virginia) | |
Overleden | 27 september 1899 Washington D.C. | |
Rustplaats | Hollywood Cemetery, Richmond, Virginia, Verenigde Staten[1] | |
Land/zijde | Verenigde Staten Geconfedereerde Staten van Amerika | |
Onderdeel | United States Army Confederate States Army | |
Dienstjaren | 1847 - 1861 (USA) 1861 - 1865 (CSA) | |
Rang | Captain (USA) Major General (CSA) | |
Eenheid | U.S. 1st Infantry Regiment 6th Infantry Regiment (United States) 45e Virginia Infanterie Regiment | |
Bevel | Army of the New River (22e en 45e Virginia Infanterie Regiments) | |
Slagen/oorlogen | Mexicaans-Amerikaanse Oorlog[2]
| |
Ander werk | Verzekeringsmakelaar |
Henry Heth of Harry Heth (Black Heath in Chesterfield County (Virginia), 16 december 1825 – Washington D.C., 27 september 1899) was een generaal die vocht in de Amerikaanse Burgeroorlog.
Henry Heth was de zoon van kapitein John Heth van de U.S. Navy en zijn echtgenote Margaret L. Pickett. Hij was langs moederszijde een neef van George Pickett. Hij was genoemd naar zijn grootvader, kolonel Henry Heth die rond 1759 uit Engeland naar Amerika geëmigreerd was, die in de kolonie Virginia kolen had ontgonnen en in de Amerikaanse Revolutie gevochten had.
Henry Heth studeerde in 1847 af aan de United States Military Academy te West Point als een van de laatsten van zijn klas. Hij was in 1846 met een bajonet in zijn been gestoken. Hij ging als tweede luitenant bij het U.S. 1st Infantry Regiment. Hij diende als kwartiermeester in het westen van de Verenigde Staten. Op 3 maart 1855 werd hij bevorderd tot kapitein nadat John C. Symmes III de bevordering had geweigerd. In 1855 vocht hij in de Slag bij Ash Hollow met een compagnie bereden infanterie tegen de Lakotas. In 1858 schreef hij het eerste handboek A System of Target Practice voor scherpschutters.
Toen de Amerikaanse Burgeroorlog begon bij Fort Sumter, nam Heth ontslag uit het Noordelijk leger en nam hij dienst bij het Zuidelijk leger als luitenant-kolonel. Hij diende als kwartiermeester in het voorlopig leger van Virginia onder Robert E. Lee. He bracht de rest van 1861 door in de vallei van de Kanawha River in West-Virginia in het 5e en 45e regiment infanterie. Op 6 januari 1862 werd hij bevorderd tot brigadegeneraal.
In de lente van 1862 voerde Heth het bevel over de "Army of the New River," dat bestond uit de 22e en 45e infanterieregimenten van Virginia aangevuld met cavalerie en artillerie. Heth kon met een minderheid generaal Jacob D. Cox tegenhouden in de Slag bij Giles Courthouse op 20 mei 1862 en hij zetten een achtervolging in tot Lewisburg waarna hij zich op 23 mei 1862 terugtrok. Die acties waren belangrijk om de noordelijke legers te binden en uit de vallei van Virginia te houden, terwijl Stonewall Jackson 150 km meer naar het noorden zijn eigen veldtocht voerde.
Heth werd naar Oost Tennessee gestuurd om Edmund Kirby Smith te helpen. In de Kentuckyveldtocht leidde hij een divisie van Lexington (Kentucky) naar Cincinnati om indruk te maken, hoewel alleen maar schermutselingen plaatsvonden.
In maart 1863 riep Robert E. Lee Heth terug naar zijn eigen Army of Northern Virginia als commandant over een brigade in de divisie van generaal-majoor A.P. Hill. Hij vocht in de Slag bij Chancellorsville. Toen A.P. Hill gewond raakte, nam hij het bevel over de divisie op zich. Na de dood van Stonewall Jackson reorganiseerde Robert E. Lee zijn leger in drie legerkorpsen en A.P. Hill kreeg het 3e legerkorps. Heth werd op 24 mei 1863 bevorderd tot generaal-majoor en hield het bevel over zijn divisie.
De divisie van Heth startte onbedoeld de Slag bij Gettysburg. Heth marcheerde op 1 juli 1863 naar het oosten uit Cashtown-McKnightstown (Pennsylvania) en stuurde twee brigades vooruit als verkenners. In zijn postuum verschenen memoires schreef hij, dat ze in Gettysburg schoenen moesten zoeken,[3] maar volgens historici wist Heth, dat Jubal A. Early enkele dagen eerder in Gettysburg was aangekomen en er alle schoenen had meegenomen. De brigades ontmoetten de noordelijke cavalerie onder brigadegeneraal John Buford en een gevecht begon. Robert E. Lee had A.P. Hill opgedragen om de strijd te mijden tot heel het leger ter plaatse zou zijn. Noordelijke versterkingen kwamen aan en de Army of the Potomac I Corps met de Iron Brigade sloegen Heth terug. Heth wierp in de namiddag nog twee brigades in de strijd en die dreven de noordelijken terug naar Seminary Ridge, vooral omdat het XI Corps (Unie) op de rechterflank verslagen werd door Richard S. Ewell die met zijn legerkorps uit het noorden kwam. Heth viel weer aan en samen met de divisie van Generaal-majoor Robert E. Rodes dreven ze de noordelijken terug naar Cemetery Hill ten koste van zware verliezen. Heth raakte bewusteloos door een kogel in zijn hoofd, maar hij had zijn te grote hoed opgevuld met papier om hem te doen passen en de wonde was niet dodelijk. Delen van zijn divisie namen onder brigadegeneraal Johnston Pettigrew twee dagen later deel aan de Pickett's Charge. Heth herstelde van zijn hoofdwonde en leidde de terugtocht naar Virginia in de herfst van 1863.[4]
Harry Heth leidde in 1864 zijn divisie in de Overlandveldtocht en het Beleg van Petersburg. Na de dood van generaal A.P. Hill op 2 april 1865 leidde Heth kort het derde legerkorps. Zijn troepen kwamen onder leiding van generaal John Rogers Cooke en werden teruggeslagen in de Slag bij Sutherland's Station. Heth leidde zijn overblijvende troepen in de terugtocht van de Appomattoxveldtocht naar Appomattox Court House, waar hij zich op 9 april 1865 samen met Robert E. Lee overgaf.
Na de oorlog deed Heth in verzekeringen.
Warren Burton vertolkte de rol van Henry Heth in de film Gettysburg (1993 film) in 1993 gebaseerd op de roman The Killer Angels door Michael Shaara.