Hr.Ms. Pieter Florisz (1937)

Vlag
Vlag
Hr.Ms. Pieter Florisz
Vlag
Vlag
Hr.Ms. Pieter Florisz aan de kade in IJmuiden op 24 juni 1938
Hr.Ms. Pieter Florisz aan de kade in IJmuiden op 24 juni 1938
Overzicht
Naamsein F, MV4, M804
Geschiedenis
Kiellegging 22 november 1936
Tewaterlating 11 mei 1937
In dienst gesteld 13 september 1937
Uit dienst gesteld 1961
Algemene kenmerken
Waterverplaatsing 525 ton
Afmetingen 56 x 7,8 meter
Bemanning 45 koppen
Techniek en uitrusting
Machinevermogen 1600 pk
Snelheid 15 knopen
Bewapening 1 x 7,6 cm kanon
2x2 12mm luchtafweer
40 zeemijnen
Portaal  Portaalicoon   Marine

De Hr.Ms. Pieter Florisz was een Nederlandse mijnenveger van de Jan van Amstelklasse, gebouwd door de scheepswerf P. Smit uit Rotterdam. Het schip was vernoemd naar de Nederlandse admiraal Pieter Florisse. De schepen van de Jan van Amstelklasse konden ook ingericht worden als mijnenlegger.[1]

De Pieter Florisz tijdens WO II

[bewerken | brontekst bewerken]

In de meidagen van 1940 werd de Pieter Florisz samen met het zusterschip Abraham van der Hulst toegevoegd aan het IJsselmeerflottielje.[2]

Op 14 mei kregen de Pieter Florisz en de Abraham van der Hulst de opdracht om via Den Oever naar Den Helder te varen. Op weg naar de sluizen bij Den Oever kruisten de schepen de Brinio die op weg was naar Enkhuizen. Kort daarop kregen ook de twee mijnenvegers van een patrouillevaartuig de opdracht terug te keren naar Enkhuizen. Iets later kwam vanuit Den Helder de volgende mededeling: "Naar Engeland of in handen van de vijand". De divisiecommandant luitenant ter zee I Wentholt wilde naar Enkhuizen om deze orders te bevestigen. Op weg naar Enkhuizen kwamen ze wederom de Brinio tegen, ditmaal had de Brinio de schriftelijke orders bij zich om naar Engeland te vertrekken. Maar de divisiecommandant was niet overtuigd en voer door naar Enkhuizen. Eenmaal in Enkhuizen aangekomen bleek de Schout-bij-nacht Vreede al te zijn vertrokken. Omdat de mijnenvegers pas in de avond van 14 mei arriveerden de mijnenvegers in Enkhuizen kregen ze via de radio te horen kregen dat Nederland had gecapituleerd. Daarop besloot de divisiecommandant de beide schepen van de 1ste divisie mijnenvegers tot zinken te brengen in het IJsselmeer. De Pieter Florisz werd voor het Krabbersgat tot zinken gebracht.[2]

De Duitse strijdkrachten konden de Pieter Florisz in goede staat lichten zodat het als M 551 in Duitse dienst genomen kon worden. In december 1940 werd de M 551 omgebouwd tot een torpedotestschip. Eind 1944 werd de M 551 aan het 27ste u-bootflottielje toegevoegd. Dit flottielje was bedoeld om manschappen op te leiden.[1]

De Pieter Florisz na WO II

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1945 werd de Pieter Florisz teruggegeven aan de Nederlandse marine en werd het in dienst genomen onder de originele naam Pieter Florisz. Na een reparatie was de Pieter Florisz van eind 1947 tot 1950 gestationeerd in Nederlands-Indië, waar het dienstdeed als patrouillevaartuig. Later was het schip verbonden aan het 1ste mijnenvegerflottielje in Soerabaja. Na de terugkeer naar Nederland werd de Pieter Florisz in 1962 uitgeleend aan het Zeekadettenkorps van IJmuiden. In 1976 werd het schip teruggegeven aan de Nederlandse marine en werd het verkocht om gerecycled te worden.[1]

De Pieter Florisz lag vanaf 1976 bij sloperij Stolk in Hendrik Ido Ambacht en is pas in 2008 gesloopt. De stoommachines werden in 2006 verwijderd en worden gebruikt voor de restauratie van stoomschip Bosman (veerdienst Enkhuizen-Stavoren).

Zie de categorie F Hr.Ms. Pieter Florisz (ship, 1937) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.