Hr.Ms. Zeeleeuw (1944)

Vlag
Vlag
Hr.Ms. Zeeleeuw
Vlag
Vlag
De Zeeleeuw als Hawkbill tijdens het te water laten.
De Zeeleeuw als Hawkbill tijdens het te water laten.
Geschiedenis
Kiellegging 7 augustus 1943
Tewaterlating 9 januari 1944
In dienst gesteld 21 april 1953
Uit dienst gesteld 13 oktober 1969
Algemene kenmerken
Waterverplaatsing 1.400 ton (boven water)
1.824 ton (onder water)
Afmetingen 93,7 m × 8,3 m
Bemanning 66
Techniek en uitrusting
Machinevermogen 5.400pk (dieselmotor)
2.740k (elektromotor)
Snelheid 21 knopen (boven water) 9 knopen (onder water)
Bewapening 10 × 21-inch torpedobuizen
1 × 11,4 cm kanon
1 × 40 mm mitrailleur
2 × 12,7 mm mitrailleur
Portaal  Portaalicoon   Marine
Hr Ms Onderzeeboot Zeeleeuw S803 te Palma de Mallorca

De Hr.Ms. Zeeleeuw was de Amerikaanse onderzeeboot USS Hawkbill (SS-366) van de Balaoklasse. Daar indienstgesteld 17 mei 1944. De Nederlandse marine leende twee van de Baloaklasse-schepen ter vervanging van de T-klasse onderzeeboten die na een leenperiode van 5 jaar terug moesten worden gegeven aan de Britse marine. Het schip werd gebouwd door de Amerikaanse scheepswerf Manitowoc Shipbuilding Co. uit Manitowoc.[1]

De Zeeleeuw als Hawkbill

[bewerken | brontekst bewerken]

USS Hawkbill werd tijdens de Tweede Wereldoorlog actief ingezet voor patrouilles op de Grote Oceaan. Gedurende vijf patrouilles werden 14 vijandige schepen tot zinken gebracht.[2]

  • 23-08-1944 - 17-10-1944; Filipijnse kustwateren en de Zuid-Chinese Zee
  • 15-11-1944 - 05-01-1945; Zuid-Chinese Zee
  • 05-02-1945 - 06-04-1945; Zuid-Chinese Zee
  • 05-05-1945 - 18-06-1945; Zuid-Chinese Zee
  • 12-07-1945 - 21-07-1945; De kust van Malaya

Gezonken schepen

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 07-10-1944; Japans transportschip; Kinugasa Maru; 8407 BRT
  • 09-10-1944; Japanse tanker; Tokuwa Maru; 1943 BRT
  • 15-12-1944; Japanse escort destroyer; Momo; 1262 BRT
  • 29-12-1944; Japans koopvaardijschip; No. 130;
  • 12-02-1945; Japans vrachtschip; Kisaragi Maru; 300 BRT
  • 14-02-1945; Japanse onderzeebootjager; Cha 4; 130 BRT
  • 14-02-1945; Japanse onderzeebootjager; Cha 114; 180 BRT
  • 16-02-1945; Japans schip (klein);
  • 20-02-1945; Japans vrachtschip; Daizen Maru; 5396 BRT
  • 16-05-1945; Japanse mijnenlegger; Hatsutaka; 1608 BRT
  • 29-05-1945; Japans schip (klein)
  • 17-07-1945; Japans schip (klein)
  • 21-07-1945; Japans schip (klein)
  • 21-07-1945; Japans schip (klein)

Hawkbill na de WOII

[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Tweede Wereldoorlog werd de USS Hawkbill net zoals veel ander Balaoklasse-schepen in reserve gehouden bij de Pacifische vloot. Nadat het schip in 1952 een zogenaamde Guppy II update had gekregen werd het schip uitgeleend aan Nederland voor een periode van vijf jaar die meerdere malen is verlengd. Het uitlenen van dit schip viel onder het mutual aid and defence program (MDAP).[1] In september 1956 werd de Zeeleeuw gebruikt voor het meten van de zwaartekracht op de noordelijke Noordzee in het kader van onderzoek door Bas Collette.

Zie de categorie S803 Hr.Ms. Zeeleeuw (submarine, 1944) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.