Líbera me ("Bevrijd mij") is een rooms-katholiek responsorium dat gezongen wordt in het dodenofficie en bij de absoute, een gebed dat naast de doodskist gebeden wordt, direct na het requiem en voor de begrafenis. In de tekst van het Libera me wordt God gevraagd om genade voor de overledene tijdens de dag des oordeels. Het gezang is opgenomen in het graduale (gebedenboek) van de gregoriaanse muziek.
De vorm van Libera me is die van een responsorium. Het wordt na afloop van de requiemmis ingezet door een cantor, die telkens een versikel (eerste regel van een vers) solo zingt; de response (antwoorden) worden gezongen door een koor. De tekst is geschreven in de eerste persoon enkelvoud, "Bevrijd mij, o Heer, van de eeuwige dood op die vreselijke dag," een bewogen tekst waarin de cantor en het koor voor de dode spreken.
Traditioneel wordt het Libera me ook gezongen op Allerzielen (2 november), wanneer de drie nocturnes van de 'metten van de doden' worden gezegd. Het negende antwoord van de metten voor de doden begint met Libera me, maar gaat verder met een andere tekst (Domine, de viis inferni, etc).
Naast de oorspronkelijke gregoriaanse vorm, is de tekst van het Libera me door veel componisten op muziek gezet, waaronder Tomás Luis de Victoria, Antonio Salieri, Anton Bruckner, Giuseppe Verdi, Gabriel Fauré, Maurice Duruflé, Igor Stravinsky, Benjamin Britten en Krzysztof Penderecki.
Libera me, Domine, de morte æterna, in die illa tremenda |
Bevrijd mij, o Heer, van de eeuwige dood op die vreselijke dag, |