Lien Deyers | ||||
---|---|---|---|---|
Still uit Die verliebte Firma (1932)
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Nicolina Dijjers Spanier | |||
Geboren | 5 november 1909 in Amsterdam | |||
Overleden | 1965 (?) | |||
Land | Nederland Duitsland Verenigde Staten | |||
Werk | ||||
Pseudoniem | Dijjers Liefjes | |||
Jaren actief | 1928-1937 (film) | |||
Beroep | Actrice | |||
(en) IMDb-profiel | ||||
(mul) TMDb-profiel (en) AllMovie-profiel | ||||
|
Lien Deyers, pseudoniem van Nicolina Dijjers Spanier, (Amsterdam, 5 november 1909 – 1965?) was een Nederlandse filmactrice, die in de Duitse filmindustrie werkte. Ze was de eerste Nederlandse filmactrice met enige sterrenstatus in het buitenland.
Lien Deyers werd in Amsterdam geboren als Nicolina Spanier, dochter van de pianoleraar Nathan Spanier[1] en Johanna Liefjes. Zij had een halfbroer, Andries Liefjes (1906-1960), een kind uit een eerdere relatie van haar moeder. In 1931 zou Deyers haar naam officieel veranderen in Dijjers Spanier.[2] In interviews zou zij nooit uitweiden over Spanier of Liefjes.
Lien Deyers strooide met namen, datums en feiten; in een Amerikaanse huwelijksakte gaf zij als naam van haar vader de naam Bertus Spanier op, en als geboortejaar 1910. Ook gaf zij enkele malen aan, geboren te zijn in 1911.[3] Zij koos het pseudoniem Deyers omdat Dijjers in de Duitstalige landen nog al eens verkeerd werd gespeld en uitgesproken. Men schreef haar achternaam op verschillende manieren. Zo heette het hotel aan het Haagse Buitenhof Hotel B. Dyjers. De Nederlandse pers gebruikte veelvuldig de naam Deijers. In de Duitstalige pers verscheen zo nu en dan Dyers en ook in officiële Amerikaanse stukken zou die spelling opduiken. In de Haagse Beeldbank is zij te vinden onder de naam Dijjers Liefjes.
Deyers' kinderjaren moeten niet makkelijk geweest zijn. Haar halfbroer André verbleef in rooms-katholieke kindertehuizen, een teken dat moeder Liefjes niet voor hem kon zorgen. Ten tijde van Liens geboorte woonde haar moeder in de Reguliersbreestraat.[4] Na haar huwelijk in 1910 met de ruim dertig jaar oudere Nathan Spanier betrok het gezin om de paar maanden een andere woning in het centrum van Amsterdam. Al op vijfjarige leeftijd werd Lien gescout door de Amsterdamse filmproducent en theaterexploitant David Sluizer,[5] maar het kwam niet tot een filmavontuur. Na de dood van Spanier in 1916 kreeg Liens moeder een relatie met Bert Dijjers, chef-kok en bedrijfsleider in het bekende restaurant Louis XVI aan het Rembrandtplein. Zij trok bij hem in[6] maar zij waren niet getrouwd toen zij in de zomer van 1920 overleed.[7] Dijjers ontfermde zich over beide kinderen. Rond 1921 trouwde hij, inmiddels eigenaar van een groot hotel in Den Haag, met de Oostenrijkse Elsa Salzmann .[8] Onder het pseudoniem Lotte Erol was zij actrice geweest in het Düsseldorfer Schauspielhaus en later in het huisgezelschap van het befaamde Burgtheater in Wenen. In de jaren 1914-1918 speelde zij mee in 12 Duitse (zwijgende) films. Zo speelde zij in 1915 naast de grote Adele Sandrock de hoofdrol in Die Beichte einer Verurteilten.[9] Zij leerde Dijjers kennen toen zij in Amsterdam optrad als voordrachtskunstenares.[10] In 1922 stond zij op de planken in het Haagse Diligentia met onder andere Lola Cornero en Louis Davids.[11] In 1923 verhuisde het gezin Dijjers naar Wenen en sindsdien pendelde Lien tussen Den Haag, Wenen en later Lausanne, waar zij in een meisjesinternaat zat.[12] Erol introduceerde Lien in het Weense kunstenaarsmilieu en gaf haar ook acteerlessen. In augustus 1926 organiseerde het Oostenrijkse filmtijdschrift Mein Film een zoektocht naar nieuwe jonge actrices en ook Lien stuurde haar foto in. Met twintig andere jonge vrouwen werd zij in maart 1927 uitgenodigd voor een screentest door regisseur Hans Otto. Deyers werd (met donker haar) door Mein film als beste gekozen en reeds kort daarna, tijdens een handtekeningensessie in het redactielokaal, voorgesteld aan de Oostenrijkse regisseur Fritz Lang,[13] die net een blondine zocht voor zijn nieuwe film Spione (geschreven door zijn echtgenote Thea von Harbou) en haar naar Berlijn liet komen voor een screentest. Zij kreeg inderdaad een kleine maar pikante rol als verleidster in Spione. Fritz Lang liet haar een zesjarig contract tekenen en bracht haar onder bij filmstudio UFA in Berlijn. Spoedig bleek dit een wurgcontract te zijn en Deyers vroeg de rechter in Berlijn om ontbinding. In november 1928 won zij haar proces, dat door honderden Berlijnse acteurs (evenzeer uitgebuit) met argusogen was gevolgd. De uitspraak zette de Duitse filmwereld op zijn kop.[14] Lang dwong in hoger beroep echter wel een forse afkoopsom af, die zij in termijnen mocht voldoen. Tussen Deyers en de dictatoriale Lang, die zich al tijdens de opnamen van Spione aan haar ergerde, zou het niet meer goed komen.[15] Deyers was in goed gezelschap; Marlene Dietrich zou voor Lang later de bijnaam Sadist Inc. verzinnen.
Lien Deyers maakte snel carrière; in acht jaar tijd speelde zij (met blond haar) in negen stomme films en 24 geluidsfilms, voornamelijk in het lichte genre. Meestal speelde zij het schattige meisje dat uiteindelijk het liefje wordt van de hoofdrolspeler. Zij werd in Duitsland geadoreerd door schoolmeisjes[16] en haar schattigheid leverde haar de bijnaam Seelchen (Duits voor teer zieltje, breekbaar poppetje; de bijnaam van haar karakter in Die Heilige und ihr Narr) op. Zij had geen formele acteeropleiding gevolgd en moest het hebben van praktijkervaring. Zij stak veel op van acteur William Dieterle en zijn vrouw, de actrice Charlotte Hagenbruch, die zich aan het begin van haar carrière over haar ontfermden en bij wie zij ook een tijdje in huis woonde.[17] In Frankrijk zou zij in de belangwekkende film Le Capitaine Fracasse meespelen. In Nederland was zij vanaf haar debuut in Spione een grote ster. De Nederlandse pers schreef meer over haar dan over Truus van Aalten of Jetta Goudal, twee andere Nederlandse actrices met een carrière in het buitenland. Wanneer zij weer eens per trein naar Den Haag kwam, werd haar aankomsttijd in de kranten gemeld. Bij publieke optredens werd zij door grote menigten opgewacht, evenals bij hotel Dyjers aan het Haagse Buitenhof, het huidige Corona, waar zij nogal eens in het wild te bewonderen was.[18] Toch zou zij nooit in een Nederlandse film meespelen. Begin jaren 30 was er ook enige belangstelling uit Hollywood, maar die werd nooit concreet.[19] Enerzijds hield vader Dyjers dit tegen, anderzijds waren er verplichtingen tegenover de UFA. Ook in Duitsland en Oostenrijk werd zij een ster. Haar beeltenis verscheen veelvuldig in de door sigarettenmerken uitgebrachte series fotokaarten. Zij woonde een tijdlang in jachtslot Stern in een park in Potsdam. In haar eerste geluidsfilms had zij nog een sterk Nederlands accent maar vanaf Die verliebte Firma (1932) is dat grotendeels verdwenen. Zij verloofde zich in 1932 met de Duitse (maar in Chicago geboren) regisseur en producer Alfred Zeisler (1897-1985), die sinds 1924 in Duitsland werkzaam was. Zij had hem een jaar eerder leren kennen als regisseur van de film Sein Scheidungsgrund, waarin zij de hoofdrol speelde. Het huwelijk werd voltrokken in Amsterdam op 16 augustus 1934 en het haalde de kranten en het bioscoopjournaal. Samen betrokken zij Zeisler's villa[20] in Neubabelsberg bij Potsdam, een voorstad van Berlijn, destijds het Beverly Hills van Duitsland. Door het huwelijk kreeg zij de Duitse nationaliteit.[21]
Een toneelcarrière kwam niet van de grond. In 1932 stond zij met de grote Hermann Thimig eenmalig op de planken in de operette Glück im Haus, hoewel zij geen goede zangstem had.[22] Deyers' carrière werd slachtoffer van de nieuwe wetgeving in nazi-Duitsland: om zeker te zijn van rollen moesten acteurs de Duitse nationaliteit hebben en zich laten registreren bij de Reichsfilmkammer (RFK). Door de Ufa, inmiddels onder leiding van Adolf Hitler's propagandaminister Joseph Goebbels, werd zij bovendien nog slechts gecast voor typisch arische filmrollen, zoals het voorbeeldige blonde vrouwtje in Gold (1934).[23] De nazi's waren niet bij de Ufa weg te slaan; gloedvolle speeches tijdens de nieuwjaarsreceptie van het Ufa-personeel werden toegejuicht met een hartstochtelijke Hitlergroet en in de filmtijdschriften stond te lezen dat ook Deyers daarbij aanwezig was.[24] Omdat zij half Joods was (vader Spanier was Joods) en dus niet in aanmerking kwam voor de door de RFK gevraagde niet-ariërverklaring, droogden de filmopdrachten in 1935 op. Ook Zeisler was van Joodse afkomst en toen de nazi's dreigden hem te arresteren ontvluchtten zij Duitsland datzelfde jaar halsoverkop. Hun villa werd onteigend en in gebruik genomen door nazi-icoon en filmster Marika Rökk.[25] Zeisler vestigde zich in Groot-Brittannië en regisseerde daar drie quota quickies waaronder in 1936 Cary Grant in The Amazing Quest of Ernest Bliss (bekender onder de naam The Amazing Adventure). Lien Deyers verbleef ook regelmatig in Den Haag bij haar stiefvader die enige jaren eerder gescheiden was van Lotte Erol. Lien accepteerde in mei 1937 een hoofdrol in de Nederlands-Italiaanse productie De drie wensen, waarmee ze haar eerste Nederlandstalige rol zou gaan spelen.[26] De productie werd echter geplaagd door moeilijkheden. Ze reisde af naar Cinecittà te Rome maar na twee maanden wachten zonder te filmen was ze in juli weer terug in Den Haag, waar ze Wilhelm Dieterle, die inmiddels in Hollywood successen behaalde, de Nederlandse bezienswaardigheden liet zien. Haar rol in De drie wensen zou uiteindelijk gespeeld worden door Annie van Duyn. In 1938 volgde Deyers haar man naar Londen. Ze kreeg daar echter geen rollen aangeboden en bovendien hing een echtscheiding in de lucht.
In 1939 vertrok zij naar de Verenigde Staten waar William Dieterle zich weer over haar ontfermde en in de filmscène probeerde te introduceren. Hij betaalde taalonderricht en danslessen voor haar.[27] In 1940 stond zij geregistreerd als 'gescheiden' en woonde zij op zichzelf op 205 El Camino Drive in Beverly Hills.[28] Deyers, die ondertussen als zeer labiel bekendstond,[29] vond ook in Hollywood geen werk. Het krioelde er van uitgeweken Duitse acteurs die allemaal loerden op de schaarse rollen voor acteurs met een accent. En waarschijnlijk waren de studiobazen haar rechtszaak tegen Fritz Lang nog niet vergeten.[27] Zij bleef financieel leunen op het echtpaar Dieterle en vooral ook de Oostenrijks-Amerikaanse filmproducent en impresario Paul Köhner. Dit was een oude bekende; hij produceerde in 1929 Lien's zevende film Frühlingsrauschen[30]. Zijn European Film Fund zamelde fondsen in voor gevluchte acteurs met geldproblemen.[31] Toch kreeg zij voet aan de grond in Hollywood: in december 1940 trouwde zij met ex-gangster[32] en filmimpresario Frank Orsatti.[33] Hij kreeg haar op de shortlist voor een rol in So ends our night,[34] een verfilming van Erich Maria Remarque's roman Flotsam maar zij kreeg de rol niet. Hun echtscheiding in augustus 1942 haalde de landelijke kranten[35] en leverde haar een genereuze alimentatie op van 125 dollar per week,[36] vergelijkbaar met 1200 euro vandaag de dag.[37] Vervolgens trouwde zij in 1944 met haar inmiddels gescheiden ex-buurman van de El Camino Drive, de bonthandelaar Victor Rubin.[38] Het huwelijk strandde eind 1948 en de scheiding haalde vanwege de banale reden eveneens de pers; volgens de berichten beschuldigde Rubin haar van geldverkwistend gedrag nadat zij op de markt zes in plaats van de gevraagde drie appels had gekocht. De scheiding leverde haar opnieuw alimentatie op.[39] Op 28 oktober 1949 kreeg zij de Amerikaanse nationaliteit.[40] In januari 1951 trouwde zij met Lawrence Adlon, kleinzoon van de Berlijnse hotelmagnaat, en verhuisde naar Las Vegas.[41]
Gaandeweg was zij verslaafd geraakt aan alcohol.[3] Vanwege openbare dronkenschap en vandalisme heeft zij meerdere keren vastgezeten. In 1941 trouwde haar stiefvader opnieuw, nu met een Duitse danseres, met wie hij een zoon kreeg en vervolgens naar Overijssel verhuisde. Wim Sonneveld ontmoette Lien in 1957 in Hollywood tijdens de opnamen van Silk Stockings en schrok ervan, hoezeer ze afgetakeld was.[3] Daarna zijn er nog slechts schaarse levenstekenen van Deyers: arrestaties, bedelbrieven aan kennissen in Hollywood en een verblijf in een gevangenis in Las Vegas in 1964.
Een briefkaart uit 1982, gericht aan Heinz Rühmann en ondertekend met L. Dyers-Wallburg, kan echter niet aan Lien Deyers worden toegeschreven. De kaart kwam van Charlotte Ahnert, de weduwe van Lien's stiefvader Dijjers. Zij was eerder getrouwd geweest met Otto Walburg, acteur en ooit tegenspeler van Rühmann in Bomben auf Monte Carlo (1931).
De Nederlandse schrijver Simon Carmiggelt (1913-1987) vernam in 1983 van de directeur van Hotel Corona dat Lien Deyers nog in leven was en in Wassenaar zou wonen. Hij meldde dit in een brief aan Renate Rubinstein.[42] Liens verblijf in Wassenaar is nergens bevestigd.
Alfred Zeisler verklaarde in de jaren '80 in een interview dat zij vermoedelijk rond 1965 in de Verenigde Staten is overleden.