ORP Orzeł (1939)

Vlag
Vlag
ORP Orzeł
Vlag
Vlag
De Orzeł in Rosyth begin 1940
De Orzeł in Rosyth begin 1940
Geschiedenis
Kiellegging 17 augustus 1936[1]
Tewaterlating 15 januari 1938[1]
In dienst gesteld 2 februari 1939[1]
Uit dienst gesteld 8 juni 1940[1]
Algemene kenmerken
Waterverplaatsing boven water
1.100 ton[2]
onder water
1.473 ton[2]
Afmetingen 84 x 6,7 meter[2]
Bemanning 60 koppen[2]
Techniek en uitrusting
Machinevermogen dieselmotor
2 x 4.740 pk[2]
elektromotor
2 x 1.100 pk[2]
Snelheid bovenwater
20 knopen[2]
onderwater
9 knopen[2]
Bewapening 12 torpedobuizen[2]
1 x 10,5 cm kanon[2]
1 x 2 40 mm kanon[2]
Portaal  Portaalicoon   Marine

ORP Orzeł (Nederlands: Adelaar) was een Poolse onderzeeboot van de Orzełklasse. De Orzeł is gebouwd door de Koninklijke Maatschappij de Schelde uit Vlissingen. De bouw van de Orzeł (bouwnummer 205) begon in augustus 1936 en werd afgerond op 26 januari 1939. Op 2 februari 1939 werd het schip in dienst genomen bij de Poolse marine.[2] Tijdens de Duitse inval in Polen in 1939 voerde de Orzeł samen met de andere Poolse onderzeeboten plan Worek uit. Tijdens een van de patrouilles van plan Worek werd de commandant van de Orzeł Kloczkowski onwel en wenste te worden afgezet in de haven van Tallinn dat in het Neutrale Estland lag. Liggend in de Estse haven werd de Orzeł, door de Estse overheid, in beslaggenomen en ontwapend. In het weekend van de inbeslagname wist de bemanning van de Orzeł met het schip te ontsnappen en uiteindelijk uit te wijken naar het Verenigd Koninkrijk. Vanuit het Verenigd Koninkrijk voerde de Orzeł zeven oorlogspatrouilles uit voor de Zweedse kust. Tijdens een van deze patrouilles wist de Orzeł een Duits troepentransportschip tot zinken te brengen. Van de zevende patrouille keerde het schip nooit terug, het vermoeden bestaat dat de Orzeł op een mijn is gelopen.

De Orzeł voor de Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

Vijf dagen na de in dienst name op 2 februari arriveerde het schip in Polen[2] en op 10 februari 1939 arriveerde de Orzeł in Gdynia de nieuwe thuishaven. Bij de aankomst in Gdynia werd het schip door enkele duizenden Polen onthaald, dit omdat de Orzeł grotendeels gefinancierd was met particuliere giften.[1]

De Orzeł tijdens de Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen aan. Alle vijf Poolse onderzeeboten, die op dat moment in dienst waren, namen vanaf dat moment deel aan plan Worek. Plan Worek was het Poolse plan om de Poolse kust te beschermen. De Orzeł vertrok een half uur te laat omdat haar commandant Henryk Kloczkowski te laat arriveerde. De taak van de Orzeł binnen plan Worek was het patrouilleren van de Bocht van Gdansk. Tijdens de patrouilles van de Orzeł gedroeg Kloczkowski zich vreemd, zo verliet hij zijn patrouillegebied, zonder het hoofdkwartier in te lichten, om noordelijker zijn geluk te gaan proberen. Toen de Orzeł de kans kreeg een Duits schip tot zinken te brengen verhinderde Kloczkowski dat omdat hij vermoedde dat het een Noors schip was.[3]

Tijdens een van patrouilles tijdens het uitvoeren van plan Worek begaf het hydraulische systeem van de Orzeł. Daarnaast gaf Kloczkowski, op 13 september, aan dat hij zich slecht voelde en afgezet wilde worden in een neutrale haven. Tot de verbazing van de andere officieren van Orzeł gaf hij aan afgezet te willen worden in Tallinn, de hoofdstad van het neutrale Estland. Estland onderhield in tegenstelling tot het alternatief Zweden wel vriendschappelijke relaties met Duitsland.[3]

Een plakkaat ter herinnering aan het Orzełincident

De ontsnapping uit Tallinn

[bewerken | brontekst bewerken]

Aangekomen, op 14 september 1939, voor de haven van Tallinn kreeg Orzeł toestemming om af te meren in de haven van Tallinn, maar ze moest binnen 24 uur vertrekken. Op 15 september kreeg de nieuwe commandant van de Orzeł Grudzinski te horen dat de Orzeł pas 24 uur na de Duitse koopvaarder Thalassa mocht vertrekken, dit was conform de conventie van Den Haag, die ook door Estland was getekend. Op zaterdag 16 september kwam het bericht dat de Orzeł in beslag werd genomen. De Estse regering had misschien een deal gesloten, of was onder druk gezet door Rusland en Duitsland.[3]

In het weekend van 16 en 17 september werd de Orzeł ontwapend. Zo werden er 14 torpedo's ontmanteld, de handwapens afgenomen en werd al het navigatiemateriaal in beslag genomen. In dat weekend beraamde de bemanning een plan om te ontsnappen. Om 03:00 maandagochtend 18 september werden de twee Estse wachten overmeesterd en probeerde de bemanning van de Orzeł met haar schip te ontsnappen. Bij de uitgang van de haven van Tallinn liep de Orzeł vast op een zandbank, maar het lukte de bemanning het schip daarvan los te krijgen voordat de Esten het schip konden heroveren. Eenmaal los van de zandbank en de haven uit besloot Grudzinski te duiken en naar het noordwesten te gaan om aan de achtervolgers te ontsnappen.[3]

De overtocht naar het Verenigd Koninkrijk

[bewerken | brontekst bewerken]

De Orzeł wilde na de ontsnapping uit Tallinn de overtocht naar het Verenigd Koninkrijk wagen. Dit zou geen gemakkelijke taak worden want de Russen en Duitsers beschouwden de Orzeł als een gevaar in de Oostzee, daarom werd er door meer dan 50 schepen op de Orzeł gejaagd. De Duitse propagandamachine bracht het bericht de wereld in dat de bemanning van de Orzeł de twee Estse bewakers hadden vermoord, terwijl deze in werkelijkheid nog in leven waren. Door dit bericht werd het vernietigen van de Orzeł een erekwestie.[1] In de nacht van 20 op 21 september werden de Estse wachten in een boot gezet op een locatie twee zeemijl van de Zweedse kust. Ze kregen brood, wodka en 50 dollar per persoon voor de terugreis mee.[3]

Om vanuit de Oostzee naar Verenigd Koninkrijk te ontsnappen moest de Orzeł door de Sont heen. In de Sont was het voor de Orzeł onmogelijk om te duiken en vanwege de ontwapening was het schip dus volkomen weerloos tijdens de passage van de Sont. Gedurende doortocht door de Sont voerde de Orzeł de Zweedse vlag, hierdoor wist het schip zonder al te veel problemen de Noordzee te bereiken. Maar daar aangekomen waren de problemen nog niet over, er waren geen kaarten aan boord, de radio was defect en het was onbekend waar de Britse mijnenvelden lagen.[3]

Op 14 oktober was de radio gemaakt en kon de Orzeł contact maken met de Britse marine. Uiteindelijk kwam de Britse torpedobootjager Valorous de Orzeł tegen, zo'n 30 mijl ten oosten van het eiland van May. Commandant Grudziński ontving voor de succesvolle ontsnapping de Virtuti Militari en de Britse Distinguished Service Order.[3]

De Orzeł in het Verenigd Koninkrijk

Het verlies van de Orzeł

[bewerken | brontekst bewerken]

De Orzeł voerde vanuit Verenigd Koninkrijk in totaal zeven patrouilles uit. Op de zesde patrouille, in april 1940, bracht de Orzel voor de kust van Noorwegen het Duitse troepentransportschip Rio de Janeiro tot zinken, waardoor de Noren gewaarschuwd werden voor de op handen zijnde Duitse invasie. Van de zevende patrouille kwam de Orzeł niet meer terug. Er zijn twee mogelijkheden voor het verloren gaan van de Orzeł gedocumenteerd[1]:

  • De eerste is dat het schip op een mijn is gelopen in een pas aangelegd Brits mijnenveld waarvan nog niet alle schepen op de hoogte waren.[1]
  • De tweede mogelijkheid is dat ze op de mijn van een pas gelegd Duits mijnenveld is gelopen dat vlak bij het net gelegde Britse mijnenveld lag. Dit Duitse mijnenveld was hetzelfde mijnenveld waardoor mogelijk ook de Nederlandse onderzeeboot de O 13 is gezonken.[1]