Piet Paaltjens | ||
---|---|---|
Lithografisch portret van de dichter in de eerste druk van zijn dichtbundel Snikken en Grimlachjes (1867)
| ||
Algemene informatie | ||
Volledige naam | François Haverschmidt | |
Geboren | 14 februari 1835 Leeuwarden | |
Overleden | 19 januari 1894 Schiedam | |
Nationaliteit(en) | Nederlandse | |
Beroep(en) | dichter en predikant | |
Website | Officiële website | |
Handtekening | ||
Piet Paaltjens is het pseudoniem van de Nederlandse dichter en predikant François Haverschmidt, ook wel geschreven als François HaverSchmidt (Leeuwarden, 14 februari 1835 – Schiedam, 19 januari 1894).
François Haverschmidt werd geboren te Leeuwarden, als zoon van de apotheker en wijnhandelaar Nicolaas Theodorus Haverschmidt en Geeske Bekius. Haverschmidt studeerde theologie in Leiden, waar hij woonde aan de Hogewoerd 63. Hij huurde kamers op de eerste verdieping in het pand waarvan de begane grond bewoond werd door een doodbidder die later in een van zijn gedichten figureerde in een morbide voorspellende rol: Als ik een bidder zie loopen,/ Dan slaat mij 't hart zoo blij,/ Dan denk ik, hoe hij weldra/ Uit bidden zal gaan voor mij.
De schrijfwijze van de naam HaverSchmidt in wat men tegenwoordig camelcase zou noemen, is destijds al bedacht. Haver en Schmidt zijn eigenlijk twee afzonderlijke namen. De overgrootvader van Piet Paaltjens heette Haver. Diens zoon werd opgevoed door een oom met de achternaam Schmidt. Uit dank voegde hij Schmidt achter Haver, met als resultaat Haverschmidt (ook wel als HaverSchmidt geschreven).[1]
Zijn bekendste bundel is Snikken en grimlachjes uit 1867, die op een wrang-ironische manier een beeld geeft van zijn leven als student in een zeldzame vorm van cynische romantiek. Piet Paaltjens wordt in deze bundel door middel van een mystificatie opgevoerd: de schrijver geeft in de inleiding een levensgeschiedenis van de student-dichter Paaltjens tot zijn verdwijning uit Leiden 'op den 9 oktober 1853'. Haverschmidt bestreed in dit boekje zijn neiging tot depressiviteit door het sentimentalisme in zijn poëzie belachelijk te maken.
Als predikant werkte Haverschmidt achtereenvolgens in Foudgum en Raard (een gecombineerde kerkelijke gemeente), Den Helder en Schiedam. In Tiel, op de bruiloft van zijn goede vriend Adrianus van Wessem, ontmoette hij Jacoba Johanna Maria Osti met wie hij in 1863 trouwde. Zijn breuk met het zorgeloze studentenleven en de vaak uitzichtloze situaties in levensomstandigheden van zijn kerkgangers maakten dat zijn sombere aard zich versterkte en hij ging lijden aan depressies. Het overlijden van zijn echtgenote in 1891 was mede de aanleiding om zich (een paar jaar later) in de bedstee op te hangen met een koord.[2] Hij had zich eindelijk, zoals biograaf Rob Nieuwenhuys het zou beschrijven, "overgegeven aan zijn worgengel".
François Haverschmidt wordt in verschillende studies aangewezen als de meest waarschijnlijke kandidaat voor het auteurschap van de Oera Linda. Dit boek dook op in 1867 en is geschreven in een eigensoortig Fries en in eveneens eigensoortige runen. Het boek, volgens de eigen tekst stammend uit 1256, verhaalt van een groots Fries verleden en van een Friese cultuur als bakermat van andere Europese culturen, met name de Griekse en Latijnse. Veelal gaat men ervan uit dat het een 19e-eeuwse vervalsing is. Rond 1900 opperde Johan Winkler dat Francois Haverschmidt mede-auteur van het boek moet zijn geweest. Goffe Jensma wijst, in zijn studie "De Gemaskerde God" uit 2004, Haverschmidt aan als naar alle waarschijnlijkheid de belangrijkste auteur.[3]
Kenmerkende dichtregels van François Haverschmidt zijn: "(...) Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn,/ Dan, onder helsch geratel en gestamp,/ Met u verplet te worden door één trein?" (Aan Rika, eerste publicatie in Snikken en grimlachjes (1867).)[4] Dat devies symboliseert zijn diepe melancholie, maar ook zijn ironie. Ook was het een van de eerste keren dat in een Nederlandstalig gedicht een trein een rol speelde.
Leeuwarden eert als geboortestad Piet Paaltjens op meerdere manieren. Op Bedrijventerrein West is een straat naar de schrijver genoemd. Daarnaast kent de Leeuwarder poëzieroute nabij een borstbeeld van Piet Paaltjens een gedicht-in-steen van de schrijver. Het gedicht (zonder titel) bevat de tekst over 'de bidder' zoals vermeld onder Jeugd en opleiding. Het poëzietableau ligt nabij de Westerplantage te Leeuwarden en maakt deel uit van de Leeuwarder poëzieroute die ruim 64 gedichten kent van vooraanstaande dichters.[5]
Het grootste gedeelte van Haverschmidts werk verscheen oorspronkelijk in bladen of bleef in handschrift, en werd alleen gebruikt in voordrachten. In deze lijst staan de boeken die er in de loop der tijd van de teksten verschenen zijn, waarvan overigens maar een klein gedeelte tijdens zijn leven: