Violetvlekkende moerasmelkzwam | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Lactarius aspideus (Fr.) Fr. (1838) | |||||||||||||||
verspreidingsgebied in Europa | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Violetvlekkende moerasmelkzwam op Wikispecies | |||||||||||||||
|
De violetvlekkende moerasmelkzwam (Lactarius aspideus) is een schimmel behorend tot de familie Russulaceae. Hij heeft een voorkeur voor wilgen (boswilg, geoorde wilg, grauwe wilg, laurierwilg) en drassige veengrond. Het melksap is wit.
De hoed heeft een diameter van 1,5-5 cm. Als de paddenstoel jong is staat hij bol met een naar binnen ingerolde wollige rand, maar hij wordt platter naarmate hij ouder wordt. De hoed kan een minder opvallende bult of dubbele bult hebben. De oppervlakte is bij nat weer kleverig.
De plaatjes zijn crème- of ivoorkleurig tot bleek strogeel en staan vrij dicht op elkaar.
De steel is meestal iets langer dan de hoeddiameter en heeft een lengte van 2-10 cm. De steel kan centraal of excentrisch staan en is wit tot gelig van kleur.
De vruchtlichamen hebben soms een fruitige geur.
De sporenafdruk is wit.
De paddenstoel heeft een bittere smaak vanwege zijn melksap waardoor hij als oneetbaar wordt beschouwd.
De soort groeit in bijna heel Europa. In Nederland komt de soort matig algemeen voor. Hij is met name te vinden in het oosten van het land.