Willem Anne Schimmelpenninck van der Oye | ||||
---|---|---|---|---|
Portret voor 1846
| ||||
Algemeen | ||||
Volledige naam | Willem Anne baron Schimmelpenninck van der Oye | |||
Geboren | Doesburg, 6 januari 1800 | |||
Overleden | Voorst, 12 december 1872 | |||
Land | Nederland | |||
Partij | gematigd liberaal (tot 1853) conservatief (vanaf 1853) | |||
Religie | Nederlands Hervormd | |||
Functies | ||||
1826 - 1831 | lid Provinciale Staten van Gelderland | |||
1831 - 1841 | lid Tweede Kamer der Staten-Generaal | |||
1841 - 1846 | minister van Binnenlandse Zaken | |||
sept-okt 1843 | minister van Buitenlandse Zaken a.i. | |||
1846 - 1872 | Minister van Staat | |||
1846 - 1847 | lid Eerste Kamer der Staten-Generaal | |||
1847 - 1850 | Gouverneur van Gelderland | |||
1850 - 1853 | Commissaris des Konings van Gelderland | |||
1853 - 1860 | lid Tweede Kamer der Staten-Generaal | |||
apr. - aug. 1858 | Voorzitter van de Tweede Kamer | |||
1860 - 1872 | lid Eerste Kamer der Staten-Generaal | |||
|
Willem Anne baron Schimmelpenninck van der Oye (Doesburg, 6 januari 1800 – Voorst, 12 december 1872) was Tweede Kamerlid en minister onder koning Willem II, die voorstander was van enige hervorming van het staatsbestel. Van 1847 tot 1853 was hij gouverneur van Gelderland. Hij was bevriend met Thorbecke en het was Schimmelpennick van der Oye die het financieel mogelijk had gemaakt dat Thorbecke in Duitsland had kunnen studeren. De twee groeiden echter uit elkaar en Thorbecke vond hem ongeschikt om commissaris des Konings te blijven. In 1852 bezocht Thorbecke Gelderland, zonder dit bij Schimmelpennick van der Oye aan te kondigen, die hem vervolgens weigerde te ontvangen. In oktober 1852 droeg Thorbecke hem bij koning Willem III voor ontslag voor. In eerste instantie weigerde Willem III, maar hij gaf uiteindelijk toe nadat Thorbecke uit protest zelf zijn ontslag indiende. Hij kreeg daarna hoge hoffuncties (opperceremoniemeester en opperhofmaarschalk) en keerde terug in de Tweede Kamer, waarvan hij zelfs kort voorzitter was. Nadien was hij nog, als vertrouweling van de koning (en minister van staat), Eerste Kamerlid.
Als majoor van de schutterij was Schimmelpenninck van der Oye op 7 februari 1844 tot ridder in de Militaire Willems-Orde benoemd. In 1846 verwierf hij het grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw. De koning van Württemberg verleende hem het grootkruis van de Friedrichsorden.
Voorganger: H.M. baron de Kock |
Minister van Binnenlandse Zaken 1841-1846 |
Opvolger: J.A. van der Heim van Duivendijke |
Voorganger: J.W. baron Huyssen van Kattendijke |
Minister van Buitenlandse Zaken a.i. 1843 |
Opvolger: J.A.H. de la Sarraz |
Voorganger: D.W.G.J.H. baron Brantsen van de Zijp |
Gouverneur van Gelderland 1847-1850 |
Opvolger: - |
Voorganger: - |
Commissaris van de Koning voor Gelderland 1850-1853 |
Opvolger: L.G.A. graaf van Limburg Stirum |
Voorganger: J.K. Baron van Goltstein |
Voorzitter van de Tweede Kamer 1858 |
Opvolger: G.C.J. van Reenen |
Voorganger: H.M. baron de Kock |
Kanselier van de Militaire Willems-Orde en Kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw 1846 -1849 |
Opvolger: Luitenant-admiraal Engelbertus Lucas als Kanselier der Nederlandse Orden. |