Eugène Constantijn Donders Drenthe (Laarwijk (district Suriname), 12 december 1925 – Rotterdam, 30 maart 2009) was een Surinaams toneelschrijver, toneelregisseur en dichter.
Drenthe werd geboren op de voormalige plantage Laarwijk (tegenwoordig in district Commewijne) en werkte als arbeider bij Billiton, en als vormingswerker en voorlichtingsambtenaar. Hij was bijzonder actief bij de vereniging NAKS. In februari 1977 vestigde hij zich definitief in Nederland.
Hij kreeg zijn toneelopleiding van Emilio Meinzak, Anton Sweers en Henk Zoutendijk. Drenthe schreef en regisseerde vanaf 1959 toneelstukken en folkloristische shows - in totaal bijna dertig – die het alledaagse leven onder de creolen te zien geven, bijvoorbeeld Rudy, het voetbaljongetje (1959), het folkloristische drama Katibo bagasi [De lasten van de slavernij] (1998) en Djompo abra [Sprong voorwaarts] (1977). Met Eigen oogst/ Apna phal (1988) schreef hij ook een stuk met een 'klassiek' hindoestaanse thematiek: de overspelige man. Hij schreef vier dichtbundels, in het Sranan en het Nederlands, in compacte taal: Skuma/ Schuim (1982), Sroysi/ Sluis (1984), Sipi/ Schip (1991) en Bromtyi/ Bloemen (2000).
In 1970 bedacht Drenthe de figuur Gudu Ppa (oude spelling: Goedoe Pa) als postkoloniale variant op Sinterklaas.[1]
In 1972 werd hem de Orde van Oranje-Nassau verleend. Hij weigerde deze omdat hij meende niets bijzonders gedaan te hebben.[2] In 2005 kreeg hij van de stad Rotterdam de Erasmusspeld.[3] In 2018 kreeg hij een plaats op de Iconenkalender van NAKS.[4]
Fadon dipi
Mi sen aksi loktu |
Omlaaggemieterd [Vrije vertaling: Michiel van Kempen] |