Flammulina populicola | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Flammulina velutipes Redhead & R.H. Petersen[1] (1999) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
|
Flammulina populicola is een paddenstoel behorend tot de familie Physalacriaceae. Hij is bekend van populier (Populus).
De hoed heeft een diameter van 2-7 cm. De vorm is aanvankelijk bolvormig, later breder convex tot bijna plat.
De lamellen staan dicht op elkaar. De kleur is wit tot lichtgeel en verkleuren bruin met de leeftijd. Ze zijn aangehecht aan de steel.
De steel heeft een lengte van 2-8 cm en een dikte van 0,5 tot 1 cm. De dikte is gelijk of iets breder aan de basis.
Hij vlees is wittig en verwandert niet van kleur na snijden. Het heeft geen kenmerkende geur of smaak.
De sporenprint is wit.
De sporen zijn glad, elliptisch, niet amyloïde met afmeting 6-7,5 x 3,5-4,5 µm.[2] Pleurocystiden ontbreken. De cheilocystiden zijn zeldzaam, knotsvormig of opgezwollen, dunwandig; 40–50 × 10–15 µm. De pileipellis (hoedhuid) is van het type ixotrichoderm. De eindcellen zijn 3-6 µm breed. De pileocystiden zijn glad, lageniform (opgezwollen) of fusiform (spoelvormig), oranje bruin in KOH en meten 40–75 x 10–15 µm.[3]
Flammulina populicola komt voornamelijk voor in Noord-Europa en Noord-Amerika.[4] In Nederland is de soort slechts bekend van een atlasblok.[5] Deze soort werd in de Noordelijke IJsselvallei op populier gevonden.[6]
Culinair wordt het op dezelfde manier gebruikt als F. velutipes. Het moet gekookt worden en wordt vaak in soepen gebruikt.