Iver Holter | ||||
---|---|---|---|---|
Iver Holter
| ||||
Geboren | 13 december 1850 | |||
Overleden | 27 januari 1941 | |||
Land | Noorwegen | |||
Jaren actief | 1881-1940 | |||
Beroep(en) | dirigent, componist | |||
(en) Discogs-profiel | ||||
(en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Iver Holter (Gausdal, 13 december 1850 – Oslo, 27 januari 1941) was een Noors componist en dirigent.
Iver Paul Fredrik Holter werd geboren binnen het gezin van priester Caspar Georg Holter (1812-1880 en Caroline Theodora Borresen (1818-1857). Zijn oudere broer is schilder/jurist Wilhelm Holter, volledige naam Andreas Vilhelm Marinus Holter. Hij bracht zijn jeugd door in Gjerpen, waar hij ook zijn eerste lessen op de viool kreeg van Ferdinand August Rojahn. Hij ging vanaf 1869 medicijnen studeren en kreeg daar in 1875 nog een staatstoelage voor. Gedurende die studie kreeg hij al lessen van Johan Svendsen. In 1876 vertrok Holter om in Leipzig te gaan studeren. Tot 1879 kreeg hij daar onderricht van Salomon Jadassohn, Ernst Richter en Carl Reinecke. In 1880 werd hem nog een studiebeurs toegekend. Holter werkte in Leipzig aan zijn Symfonie, waarvan het eerste deel in 1878 werd uitgevoerd. (juni 1878). Het haalde de Noorse pers. Daarna ging hij studeren in Berlijn (1879-1881). In dat jaar bood hij zichzelf ook aan als muziekdocent harmonieleer, pianospel en koordirigeren. De componisten Signe Lund en Reidar Thomessen waren leerlingen van hem.
Een van zijn eerste optredens vond op 1 april 1882 plaats in Oslo, hij dirigeerde samen met Johan Edvard Hennum het orkest van het Christiania Theater in het programma:
Later in 1882 volgde hij Edvard Grieg op als dirigent van de voorloper van de Bergen filharmoniske orkester (Harmonien) en gaf daar de Noorse première van de Mattheuspassie van Johann Sebastian Bach. In de winter van 1884/1884 vertrok hij naar Leipzig voor de uitvoering van zijn Symfonie. Hij verhuisde in 1886 naar de voorloper van het Oslo filharmoniske orkester en hield zijn dirigentpositie aldaar voor 25 jaar aan. Hij hielp dat orkest (Musikforeningen) aan een meer professionele status door er bij de gemeente Oslo op aan te dringen, dat een stadsorkest nodig was voor allerlei culturele activiteiten. In 1889 kreeg het die status. Hij nam als dirigent een centrale rol in in het muziekleven in Noorwegen. In 1890 richtte hij een ander orkest op Oslo Bys Orkester (Oslo’s dorpsorkest). In 1897 richtte hij Holters Kor op. Hij was toen ook al leider van bijvoorbeeld de koren van de Handelaarsverenigingen. Van 1900 tot 1906 werkte hij mee aan het blas Nordisk Musik-Revue. In 1912 was hij een van de oprichters van de Vereniging van Noorse Musici (Norsk Tonekunstnersamfund). Holter dirigeerde ook het buitenland; hij stond voor orkesten en koren in Zweden, Denemarken, Duitsland en Frankrijk.
Naast zijn werk als dirigent componeerde hij een aantal werken, maar kwam als componist niet echt ver. Zijn vioolconcert, symfonie en strijkkwartetten kennen enige plaatselijke bekendheid.