Jan Wiktor Kiepura (Sosnowitz, 16 mei 1902 – Harrison (New York), 15 augustus 1966) was een Pools opera- en operettezanger (tenor). Hij werd geboren uit een joodse moeder en een Poolse vader.
Om aan zijn vaders wens te voldoen ging Kiepura rechten studeren aan de universiteit van Warschau, maar tegelijkertijd kreeg hij muziekonderricht bij Wacław Brzeziński. Dit bezorgde hem een eerste engagement bij de opera van Warschau.
Jan Kiepura debuteerde in 1924 als operazanger in de opera van Lemberg (nu: Lviv) als Faust in de gelijknamige opera van Gounod. Het werd een enorm succes. Twee jaar later stond hij in de Weense Staatsopera en vierde daar grote triomfen. In de jaren dertig begon hij ook op te treden in muziekfilms. In 1936 trouwde hij in Katowice met de Hongaarse sopraan Marta Eggerth (geboren 17 april 1912). Tot aan zijn dood zongen zij dikwijls samen in operettes, bij concerten, op plaatopnamen en in films. Zo ook in zijn laatste film Das Land des Lächelns uit 1952.
Midden jaren dertig vormden zij een van de populairste paren in de Europese kunstwereld. In de Poolse wintersportplaats Krynica-Zdrój bezaten zij Hotel Patria, dat een ontmoetingsplaats voor de Europese jetset werd. Zo begonnen Prinses Juliana en Prins Bernhard in 1937 hun huwelijksreis in Hotel Patria.
Door de opkomst van het nationaalsocialisme en het begin van de Tweede Wereldoorlog werden Kiepura en Eggerth (die ook gedeeltelijk joods was) gedwongen Europa te ontvluchten. Zij emigreerden naar de Verenigde Staten.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog ondersteunde Kiepura financieel de tegenstanders van Hitler. In 1953 werd hij tot Amerikaans staatburger genaturaliseerd. In 1958 trad hij voor het eerst op in het communistische Polen, waar hij als een nationale held bejubeld werd.
Jan Kiepura stierf op 15 augustus 1966 in de buurt van New York aan een hartstilstand.