Johan Wagenaar | ||||
---|---|---|---|---|
Johan Wagenaar in 1912
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Johannes Wagenaar | |||
Geboren | 1 november 1862 | |||
Geboorteplaats | Utrecht | |||
Overleden | 17 juni 1941 | |||
Overlijdensplaats | Den Haag | |||
Land | Nederland | |||
Werk | ||||
Beroep | componist, muziekpedagoog, dirigent, organist | |||
Instrument(en) | orgel | |||
(en) AllMusic-profiel (en) Discogs-profiel (en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Johannes (Johan) Wagenaar (Utrecht, 1 november 1862 – Den Haag, 17 juni 1941) was een Nederlands componist, muziekpedagoog, dirigent en organist. Hij bekleedde veel belangrijke functies in het muziekleven van beide steden.
Hij was zoon van Johanna Wagenaar.[1] Hijzelf was getrouwd met de Groningse Dina Petronella Valkenburg. Dochters Nelly Wagenaar en Johanna Wagenaar waren beiden pianiste.
Wagenaar kreeg zijn muziekopleiding van Willem Petri en Theodorus Leonardus van der Wurff (piano), Gerard Veerman (viool), Richard Hol (compositie, harmonieleer en orgel) en Samuel de Lange jr. (aanvullende orgellessen in Den Haag). In 1885 verkreeg hij zijn diploma’s van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst en kon gaan werken als pianoleraar aan de Utrechtse Muziekschool.
Hij werd toen ook tweede violist van het Stedelijk Orkest Utrecht; hij daar tevens voor twee jaar begeleider. Hij speelde enkele jaren viool dan wel altviool in de Utrechtse 'stadsconcerten' en werd assistent van organist Richard Hol en in 1888 als opvolger van zijn leermeester organist van de Domkerk. Een jaar eerder had hij al wat taken van Hol aan de muziekschool overgenomen. Tijdens een verlofjaar in 1892 kreeg hij les in contrapunt bij Heinrich von Herzogenberg in Berlijn. Hij dirigeerde bij terugkomst vanaf 1893 het door hem opgerichte Muzikale Kring, maar vanaf 1896 ook de Utrechtse Mannenzangvereniging (ook al opvolger van Hol) en ook van het door hem opgerichte Utrechts a cappella-koor.
Hij zou ook dirigent zijn van de Toonkunstkoren in Utrecht, Arnhem en Leiden. Van 1919 tot 1937 was hij als opvolger van Henri Viotta directeur van het Koninklijk Conservatorium Den Haag. Tot zijn talrijke leerlingen behoorden Peter van Anrooy, Willem Pijper, Alexander Voormolen, Léon Orthel, J.S. Brandts Buys, Hans Brandts Buys, Johannes Röntgen en Jacob van Domselaer.
In 1916 ontving Wagenaar een eredoctoraat (Doctor honoris causa) van de Universiteit Utrecht en was erelid van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst. Voor die gelegenheid componeerde hij zijn Sinfonietta voor orkest. Naar hem is de Johan Wagenaar-Prijs genoemd.
Hij werd begraven op Oude Eik en Duinen. Zijn rouwadvertentie meldde Commandeur Orde van Oranje-Nassau, ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en een gouden medaille van Kunsten en Wetenschappen.
In zijn composities is een eigen, Nederlandse stijl herkenbaar, bijvoorbeeld in de cantate De Schipbreuk en in de orkestwerken Cyrano de Bergerac en De getemde feeks. Belangrijke inspiratiebronnen waren echter Richard Strauss en Hector Berlioz, en ook wel Edward Elgar. Met name zijn ouvertures maakten indruk door hun sprankelende stijl, humor en kleurrijke orkestratie.
Het Concertgebouworkest heeft tussen 1902 en 2013 tal van zijn werken meerdere keren op de lessenaars. Af en toe stond hij daarbij zelf voor het orkest. Populair was daarbij Ouverture De getemde feeks, dat 89 keer gespeeld is door dat orkest (gegevens 4 september 2022). In 2013 ging dat werk zelfs mee op wereldtournee onder leiding van Mariss Jansons, in Peking vervangen door Rory Macdonald. Het werk wordt op de voet gevolgd door de Ouverture Cyrano de Bergerac, dat 79 keer gespeeld werd in dezelfde periode, zelfs Charles Dutoit leidde het werk tijdens een concertreis door Zuid-Afrika met concerten in Kaapstad, Durban en Pretoria (9, 10 en 12 maart 2013).
Voorganger: Richard Hol |
Organist van de Dom van Utrecht 1888-1919 |
Opvolger: Hendrik Bos |