Johannes Godefridus Frederiks | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Johannes Godefridus Frederiks | |||
Pseudoniem(en) | J.G.F. | |||
Geboren | 24 april 1828 | |||
Geboorteplaats | Oostkapelle | |||
Overleden | 5 mei 1896 | |||
Overlijdensplaats | Amsterdam | |||
Land | Nederland | |||
Beroep | privaatdocent, leraar, auteur | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Johannes Godefridus Frederiks (Duinvliet bij Oostkapelle, 24 april 1828 – Amsterdam, 5 mei 1896) was een Nederlandse schrijver. Frederiks schreef samen met F. Jos van den Branden het Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde.
Hij werd in het naburige Domburg opgeleid tot het onderwijs, dat hij hielp geven in scholen te Middelburg en Colijnsplaat, aan het instituut van Leendert Blankenbijl te Drimmelen, en korte tijd te Geertruidenberg; daarna aan de inrichting Schoonoord bij Rijswijk. Hij was privaatdocent in Den Haag en belast met het onderricht van Japanse officieren, aldaar gedetacheerd. Hij werd in januari 1872 leraar in geschiedenis, Nederlandse taal- en letterkunde aan de HBS te Zutphen, begin 1880 aan het gymnasium te Amsterdam. Hij ging in 1886 met pensioen en stierf in 1896.
Behalve zijn aandeel in de uitgave van het Quoijer schreef hij in verschillende periodieke werken en bladen als: