Seeleyosaurus

Seeleyosaurus
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Vroeg-Jura
Seeleyosaurus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Superorde:Sauropterygia
Orde:Plesiosauria
Familie:Microcleididae
Geslacht
Seeleyosaurus
White, 1940
Typesoort
Seeleyosaurus holzmadensis
Skelet van Seeleyosaurus guilelmiimperatoris
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Seeleyosaurus op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Seeleyosaurus is een geslacht van uitgestorven plesiosauriërs dat aanvankelijk in 1895 door Wilhelm Barnim Dames als een soort van het geslacht Plesiosaurus werd benoemd en in 1940 van Theodore Elmer White zijn eigen geslacht kreeg dat Harry Govier Seeley eert.

Er zijn twee soorten benoemd. Het type is Seeleyosaurus holzmadensis. Deze soort is sindsdien een jonger synoniem geacht van de in 2007 benoemde Seeleyosaurus guilelmiimperatoris, waarvan de soortaanduiding keizer Wilhelm II van Duitsland eert.[1]

Vondst en naamgeving

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1895 benoemde Dames een Plesiosaurus Guilelmi Imperatoris. De schrijfwijze met twee delen, ieder met een hoofdletter, was uit eerbied voor de keizer, maar kwam ook toen al niet overeen met wat gangbaar was. Het holotype was MB.R.1992, een groot bijna compleet skelet uit de Liasgroep van het Upper Lias (Toarcien) van Württemberg, Duitsland. Het is bewaard in 3D, en tot op de dag van vandaag bewaard gebleven.

In 1910 beschreef Eberhard Fraas een tweede exemplaar, SMNS 12039, samen met Meyerasaurus aangekocht van de fossielenhandelaar Bernhard Hauff met steun van zijn broer Victor Fraas. Het was in november 1906 geborgen. Fraas wees het aan Plesiosaurus Guilelmi Imperatoris toe.

In 1940 benoemde White een apart geslacht Seeleyosaurus. SMNS 12039 werd het holotype van een nieuwe soort, Seeleyosaurus holzmadensis. Die zag hij als de typesoort. Deze zag hij als fundamenteel verschillend van Plesiosaurus Guilelmi Imperatoris. Hij benoemde dus geen Seeleyosaurus guilelmiimperatoris. De soortaanduiding verwijst naar de herkomst bij Holzmaden. Het holotype werd vernietigd in 1944 door een Brits bombardement op Stuttgart tijdens de Tweede Wereldoorlog en er bestaat vandaag alleen nog een afgietsel van.

In 2007 stelde Grossman dat Seeleyosaurus holzmadensis een jonger synoniem was van een Seeleyosaurus guilelmiimperatoris. Zij wees ook specimen SMNS 16812 toe. Dat zou betekenen dat Plesiopterys wildii een jonger synoniem is van Seeleyosaurus. Seeleyosaurus guilelmiimperatoris is dan de combinatio nova van Seeleyosaurus holzmadensis.

Het was een relatief kleine plesiosauriër, met een lichaamslengte van 2,9–3,6 meter en een schedellengte tot zeventien centimeter.

In 2007 werd een onderscheidende combinatie van kenmerken aangegeven. De slaapvensters zijn ongeveer even groot als de oogkassen. Er zijn vijf premaxillaire tanden. Er is een maximum van twintig maxillaire tanden per zijde. Voor en achter de beennaad tussen praemaxilla en bovenkaaksbeen bevinden zich vier tot vijf vergrote tanden; de tanden direct op de beennaad zijn kleiner. De binnenzijde van de tanden hebben fijne groeven; de buitenzijde is glad of vrijwel glad. Het bovenkaaksbeen heeft een lage achterste onderste tak die ruwweg tot het midden van het jukbeen reikt. Op de beennaad tussen voorhoofdsbeenderen en wandbeenderen ligt een klein foramen parietale. Het parasfenoïde is langwerpig zonder dolkvormig uitsteeksel. De voorste holte tussen de pterygoïden heeft een afgeronde achterrand. De beennaad tussen pterygoíden en ectopterygoïden is recht. Er zijn vier bovenste (proximale) carpalia in de pols en vier bovenste tarsalia in de enkel. De derde vinger en teen hebben meer dan tien kootjes. De ledematen zijn lang, bij volwassenen overeenkomend met meer dan een kwart van de lichaamslengte.

Er lijkt bij MB.R.1992 op het staartuiteinde de afdruk te zijn van een ruitvormige huidflap geplaatst in een verticaal vlak; als dat zo is, kunnen veel plesiosauriërs op deze manier zijn uitgerust. Er is echter ook gesteld dat het hier om een horizontale staartvin ging omdat er geen neergaande knik in de reeks staartwervels zit.

De volgende cladogram volgt een analyse door Ketchum & Benson, 2011.

 Pistosauria 

"Pistosaurus postcranium"




Augustasaurus hagdorni



Bobosaurus forojuliensis



Pistosaurus



Yunguisaurus liae


 Plesiosauria 
 Pliosauroidea 
 Pliosauridae 

Thalassiodracon hawkinsii




Hauffiosaurus spp.




Attenborosaurus conybeari



geavanceerde pliosauriden





 Rhomaleosauridae 

Anningasaura lymense




geavanceerde rhomaleosauriden




"Plesiosaurus" macrocephalus




Archaeonectrus rostratus



Macroplata tenuiceps







 Plesiosauroidea 

Stratesaurus taylori



 Plesiosauridae 

Seeleyosaurus guilelmiimperatoris




OUMNH J.28585



Plesiosaurus dolichodeirus






Elasmosauridae en Cryptoclidia




Microcleidus homalospondylus




Hydrorion brachypterygius



Occitanosaurus tournemiensis