Witschubbige gordijnzwam

Witschubbige gordijnzwam
Witschubbige gordijnzwam
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Cortinariaceae
Geslacht:Cortinarius
Soort
Cortinarius hemitrichus
(Pers.) Fr. (1838 [1])
lamellen
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De witschubbige gordijnzwam (Cortinarius hemitrichus) is een schimmel behorend tot de Cortinariaceae. Hij vormt ectomycorrhiza met berken (Betula), maar kan ook voorkomen op wilgen (Salix). Hij komt voor op matig vochtige tot natte, bij uitzondering droge, humeuze, voedselarme tot matig voedselrijke grond.[2].

Hoed

De hoed is 2 tot 4,5 cm in diameter. De vorm is breed, convex, met een platte of meer puntige umbo (soms ontbreekt de umbo). De hoed is hygrofaan. Bij vochtig weer is het oppervlak van de hoed bij jonge exemplaren bijna kastanjebruin, bij droog weer grijsbruin tot geelbruin. Het oppervlak is al snel zijdeachtig en de hoedrand bijna wit van floccose, witte fibrillen (deze worden gemakkelijk weggespoeld door regen), verder slechts heel licht witachtige fibrillose, uiteindelijk zelfs kaal.

Lamellen

De lamellen zijn in de ver uit elkaar geplaatst, grijsachtig aardachtig, dan okerkleurig ijzerhoudend, later bijna kaneelachtig, breed gekerfd, 5 tot 8 mm breed, licht ventricose.

Steel

De steel is cilindrisch, vrij slank, meestal enigszins krom, 30 tot 60 mm lang en 3 tot 8 mm dik. Het is lichtbruin van binnen met dunne, kronkelende vezels en uiteindelijk hol. Het is wit, bedekt met zijdeachtige fibrillen aan de oppervlakte, vaak met een kortstondige witte zone in het midden die slecht ontwikkeld kan zijn, verder bleek vuilgrijs, met staalgrijze tot violette tint aan de top.

Geur en smaak

Het vruchtvlees is waterig bruin bij vochtig weer, daarna veel lichter, witachtig met een bruinachtige tint. Het heeft een milde smaak en is bijna geurloos. Het is oneetbaar.

Sporen

De sporen zijn geel tot roestbruin, eivormig, schuin gepunt, gekleurd en meten 7-8 × 4-5 μm.[3]

Verspreiding en leefgebied

[bewerken | brontekst bewerken]

De witschubbige gordijnzwam groeit in zowel loof- als naaldbossen, vaak onder berken, verspreid over Europa en Noord-Amerika.

In Nederland komt de witschubbige gordijnzwam algemeen voor. Hij staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.[2]