Women’s Auxiliary Air Force | ||
---|---|---|
WAAFs checken het woestijn-overlevingspakket van een Hawker Hurricane op een onderhoudsonderdeel in het Midden-Oosten
| ||
Oprichting | 28 juni 1939 | |
Ontbinding | 1 februari 1949 | |
Land | Verenigd Koninkrijk | |
Krijgsmachtonderdeel | RAF | |
Onderdeel van | Britse strijdkrachten | |
Aantal | 182 000 | |
Deelname | Tweede Wereldoorlog | |
Commandanten | Air Chief Commandant Dame Jane Trefusis Forbes, Air Chief Commandant HKH Princess Alice, Hertogin van Gloucester, Air Chief Commandant Dame Mary Welsh, Luchtcommandant Dame Felicity Hanbury |
De Women's Auxiliary Air Force (WAAF) – waarvan de leden werden aangeduid als WAAFs (wæfs) – was een door vrouwen geëquipeerde en geleide hulporganisatie van de Royal Air Force tijdens de Tweede Wereldoorlog; zij is opgericht in 1939. De WAAF telde op haar hoogtepunt in 1943 182 000 medewerkers;[1][2] wekelijks schreven zich toen meer dan 2 000 vrouwen in.[3]
Van 1918 tot 1920 bestond er een Women's Royal Air Force. Kort voor de Tweede Wereldoorlog werd de vergelijkbare WAAF opgericht op 28 juni 1939 ter ondersteuning van de luchtmacht, bij toenemend gebrek aan arbeidskrachten.[4] De organisatie absorbeerde de achtenveertig RAF-bedrijven waaruit de Auxiliary Territorial Service (ATS, de vrouwentak van het Britse leger) bestond die sinds 1938 separaat waren ontstaan.[5] Op dat moment gold er nog geen dienstplicht voor vrouwen; die begon pas in 1941 en betrof alleen vrouwen tussen de 20 en 30 jaar.[6][7] Zij kregen bovendien de keuze tussen de Auxiliary en fabriekswerk, zoals munitiehulzen vullen.[8]
Vrouwen die voor de WAAF werden aangeworven, kregen een basistraining.[6] Deze vond plaats op een van vijf locaties in West Drayton, Harrogate, Bridgnorth, Innsworth of Wilmslow. Trainingen werden niet op alle locaties tegelijkertijd gegeven.[9] Vanaf 1943 was deze basistraining voor WAAF-rekruten alleen gevestigd in Wilmslow.[10]
De militairen van de WAAF waren verdeeld over 15 taak- en vakgebieden.[1] WAAFs dienden niet als bemanning. De inzet van vrouwelijke piloten bleef beperkt tot de civiele Air Transport Auxiliary (ATA). Hoewel zij niet aan actieve gevechten deelnamen, werden ze aan dezelfde gevaren blootgesteld als iedereen aan het 'thuisfront' die aan militaire installaties werkte. Ze waren actief bij het inpakken van parachutes en het bemannen van spervuurballonnen.[6]
Daarnaast zorgden zij voor catering, meteorologie, radar,[6][11] vliegtuigonderhoud,[12] transport of verrichtten communicatietaken, waaronder het bedienen van draadloze telefonische en telegrafische centrales[6] of werkten bij Bomber Command.[13] Ook werkten sommigen met codes en sleutels. Anderen analyseerden verkenningsfoto's of voerden militaire inlichtingenoperaties uit.[1]
WAAFs speelden een cruciale rol in het aansturen van vliegtuigen, zowel in radarstations als iconisch als plotters in controlekamers – met name tijdens de Slag om Engeland. Deze controlekamers dirigeerden de gevechtsvliegtuigen richting de Luftwaffe en brachten zowel de positie van eigen als van vijandelijke vliegtuigen in kaart. Plotters waren daarbij verantwoordelijk voor het datamanagement van een specifieke sector en voor het letterlijk op de kaart zetten van de vliegbewegingen, zodat een luchtaanval gemonitord kon worden.[14][6]
Gediplomeerde verpleegkundigen van de luchtmacht traden niet tot de WAAF toe, maar behoorden tot de Royal Air Force Nursing Service van Princess Mary. En vrouwelijke artsen en tandartsen werden in dienst genomen bij de Royal Air Force en kregen RAF-rangen.[15][16]
Aanvankelijk gebruikte de WAAF het classificatiesysteem van de ATS, hoewel haar directeur de rang kreeg van Senior Controller (equivalent aan Brigadier in het Britse leger of Air Commodore in de RAF) in plaats van Chief Controller (equivalent aan Major-General of Air Vice-Marshal). In december 1939 werd de naam gewijzigd in Air Commandant. De koningin was de Commandant-in-Chief.[17]
Onderofficieren kregen toen dezelfde rangen als mannelijk RAF-personeel, maar officieren bleven een apart rangenstelsel houden en anders dan dat van de ATS. Vanaf februari 1940 was het niet langer mogelijk om als rekruut rechtstreeks als officier te worden aangesteld; sindsdien werden alle officieren benoemd vanuit de onderofficiersrangen. Met ingang van juli 1941 hadden WAAF-officieren volledige officiersaanstellingen.[18]
WAAFs kregen tweederde van het loon van hun mannelijke tegenhangers in de RAF-geledingen.[6]
In onderstaande uitklapbare tabel zijn de WAAF-rangen weergegeven.
Rangen binnen de WAAF voor en vanaf 1940 | ||
---|---|---|
WAAF voor januari 1940 | WAAF na januari 1940 | RAF-equivalenten |
Aircraftwoman 2e Klasse (ACW2) | Aircraftwoman 2e Klasse (ACW2) | Aircraftman 2nd Class (AC2) |
Aircraftwoman 1st Class (ACW1) | Aircraftwoman 1st Class (ACW1) | Aircraftman 1st Class (AC1) |
nvt | Leading Aircraftwoman (LACW) | Leading Aircraftman (LAC) |
Assistent sectieleider | Korporaal | Korporaal |
Sectieleider | Sergeant | Sergeant |
Senior sectieleider | Flight Sergeant 1 | Flight Sergeant |
nvt | Warrant Officer 2 | Warrant Officer |
Compagnie-assistent | Assistent sectie officier | Piloot officier |
Plaatsvervangend Compagniecommandant | Afdeling officier | Vliegende officier |
Compagniecommandant | Flight Officer | Flight Lieutenant |
Senior Commandant | Squadron-officier | Eskaderleider |
Hoofdcommandant | Wing Officer | Vleugel commandant |
Controller | Group Officer | Groepskapitein |
Senior controller | Luchtcommandant | Air Commodore |
nvt | Air Chief Commandant 3 | Air Vice-maarschalk |
nvt | nvt | Luchtmaarschalk |
nvt | nvt | Air Chief Marshal |
nvt | nvt | Maarschalk van de Royal Air Force |
nvt: geen geautoriseerde rang; 1) ook Senior Sergeant genoemd;[19] 2) ook Under Officer genoemd;[19] 3) in 1943 gecreëerd |
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog was het aantal inschrijvingen voor de WAAF afgenomen en het effect van de demobilisatie moest het overgrote deel van de medewerkers van de Auxiliary buiten dienst stellen.[6] Het restant van de WAAF, nog slechts bestaand uit enkele honderden manschappen, werd op 1 februari 1949 omgedoopt tot Women's Royal Air Force. Deze is in 1994 volledig geïntegreerd in de RAF.[1]
Op 1 juli 1939 werd Jane Trefusis Forbes benoemd tot directeur van de WAAF; zij kreeg de rang van Senior Controller en werd later Air Commandant. Op 1 januari 1943 werd zij bevorderd tot Air Chief Commandant.[20] Op 4 oktober 1943 werd Forbes – toen zij door Canada reisde voor de opbouw en beoordeling van de Royal Canadian Air Force Women's Division – in haar functie waargenomen door HKH princess Alice, Hertogin van Gloucester, die sinds 1939 hoofd was van de WAAF. Forbes ging in augustus 1944 met pensioen en de functie van directeur werd aan Mary Welsh gegeven. In december 1946 werd Felicity Hanbury tot de laatste directeur van de WAAF benoemd.[21]
Verschillende leden van de WAAF dienden tijdens de Tweede Wereldoorlog als geheim agent bij de Special Operations Executive.
Assistent-verpleegsters van de WAAF vlogen mee in RAF-transportvliegtuigen om gewonden van de slagvelden van Normandië te evacueren. Zij werden door de pers Flying Nightingales genoemd.[24] De RAF Air Ambulance Unit vloog onder het commando van 46 Group Transport Command vanaf RAF Down Ampney (Gloucestershire), RAF Broadwell (bij Broadwell (Oxfordshire)) en RAF Blakehill Farm ten zuidwesten van Cricklade (Wiltshire). RAF Dakota’s vervoerden militaire voorraden en munitie, waardoor zij niet het Rode Kruis konden voeren.[23]
Training voor verpleging in de luchtambulance behelsde instructies in het gebruik van zuurstof, injecties en het leren behandelen van bepaald soort verwondingen, zoals gebroken botten, ontbrekende ledematen, hoofdletsel, brandwonden en colostomie. Daarnaast moesten de WAAFs leren welke effecten vliegreizen en hoogte met zich mee brachten.[23]
In oktober 2008 ontvingen de zeven nog levende WAAF-assistent-verpleegsters een prijs voor hun levenswerk uit handen van de hertogin van Cornwall.[25]