Gillet of Gillet Herstal is een historisch merk van motorfietsen.
De bedrijfsnaam was S.A. des Atéliers Gillet, Herstal. Er werden motorfietsen geproduceerd van 1919 tot 1958.
Gillet was een Belgisch motormerk dat aanvankelijk 350cc- en 500cc-motoren met eigen motorblok en 750cc- en 1000cc-MAG-motoren maakte. Oprichter Leon Gillet was boekhouder, en had al vóór de Eerste Wereldoorlog plannen voor de productie van motorfietsen. In 1919 kon hij hier eindelijk mee beginnen. Dit gebeurde in de ex-werkplaatsen van Pescatore/Auto-Mixte.
Gillet Tour du Monde (350cc-tweetaktmotor) uit 1928 |
Gillet Super Sport (350cc-kopklepmotor) uit 1931 |
Gillet Confort Luxe (400cc-zijklepmotor) uit 1931 |
Gillet-tweetaktmotor van 150 cc uit 1947. Deze machines werden nog met vooroorlogse techniek gebouwd. |
De eerste Gillet-blokken waren door Fernand Laguesse ontworpen 3pk-tweetakten met een cilinderinhoud van 300 cc. In 1920 volgde al een 750cc-model, voorzien van een MAG-V-twin. In 1922 kwam hiervan een 1000cc-model op de markt. Laguesse bleef intussen de tweetaktmotoren verbeteren. Hij kwam in 1922 met een 350cc-model met een roterende inlaat. Na een wereldreis van Robert Sexé en Henry Andrieu in 1926 kreeg dit model de naam "Tour du Monde". De beide motorfietsen werden na deze 25.000 km lange tocht nog gebruikt tot ze een km-stand van resp. 130.000 en 150.000 hadden bereikt. Zelfs voor moderne viertakt- motorfietsen is dit een behoorlijke levensduur.
Toch had men bij Gillet kennelijk meer fiducie in viertaktmotoren: in 1926 werd Armand Laguesse, de broer van Fernand, in dienst genomen om viertakten te ontwikkelen. Hij kwam direct met een zeer mooi 500cc-blok: de Gillet Super Sport. Fernand Laguesse werd in 1927 ontslagen omdat hij te veel geld stak in de ontwikkeling van een nieuwe tweetaktmotor (zie: wedstrijdmotoren). Hij begon zijn eigen merk (Lamoco). Ook in 1927 kocht Gillet Herstal het Franse bedrijf Ets. Gérkinet & Co in Jeumont op, om zo in Frankrijk onder de naam Géco-Herstal motorfietsen te kunnen bouwen en de invoerrechten te omzeilen. De Super Sport kwam als wedstrijdmotor beschikbaar en in de volgende jaren volgde een reeks van sportieve successen, waaronder diverse wereldrecords en overwinningen in de Bol d'Or.
In 1928 kwam ir. Marcel van Oirsbeek van FN naar Gillet. Hij ontwikkelde in 1929 een prachtige 500cc-viertaktmotor met een koningsas, gebaseerd op de viertakt van Armand Laguesse. Toch werden er in de volgende jaren ook zijklepmotoren geproduceerd, vooral voor zijspangebruik. Door grote sportieve successen nam de vraag naar Gillet-motorfietsen - tot aan de grote depressie - enorm toe. Tijdens de crisisjaren werden weer lichte tweetakten gebouwd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Gillet (in tegenstelling tot bijvoorbeeld FN) motorfietsen produceren, maar wel op kleine schaal. Hierna kwamen de modellen van vóór de oorlog weer op de markt.
Na 1945 bouwde men tweetakten en een 720cc-paralleltwin. In 1951 had Gillet weer een gamma van 18 (!) modellen. Wellicht te veel, want al deze verschillende modellen (tweetakten van 100, 125, 150 en 250 cc, viertakten van 250, 300, 350, 400 en 500 cc, vaak zowel in kop- als zijklepuitvoering) waren duur om te ontwikkelen en te produceren. Tot 1955 werd de modellenlijn zelfs nog uitgebreid. Vanaf 1955 ging het echter snel achteruit. In 1958 werd de motorfietsenproductie beëindigd. Bij Saroléa werden tot 1960 uit de overgebleven voorraden nog enkele Gillet-motorfietsen gebouwd.
Vanaf 1955 ging het hard bergaf met de Belgische motorindustrie. Gillet wisselde modellen uit met FN en Saroléa. Er werden ook Franse Bernardet-scooters, waarvan Gillet in eerste instantie alleen dealer was, in eigen huis verbeterd. Net als bij FN werden ook bij Gillet Royal Nord-bromfietsen geproduceerd en van een eigen tanklogo voorzien. De eigen modellenlijn werd drastisch ingekrompen. Overigens had Gillet al in 1931 een omgekeerde vorm van Badge-engineering toegepast met Royal Nord. De eerste motorfietsjes van dit merk waren Gillet-modellen met een ander tanklogo.
In 1921 won Jean Kicken de Grote Prijs van België met een opgevoerde Gillet-tweetaktmachine. Fernand Laguesse ontwikkelde een bijzondere tweetakt-racemotor, de 2PO (2 Pistons Opposés). Deze had een dubbelzuigermotor die volgens het Junkers-principe werkte, met twee tegenover elkaar liggende zuigers, maar één krukas met drie kruktappen: de derde zuiger diende als compressor (vergelijkbaar met de - veel - latere DKW-racers). De machine was weliswaar snel, maar ook uitermate onbetrouwbaar. Voor Leon Gillet was dit peperdure project de reden om Laguesse in 1927 te ontslaan… Bovendien liet hij de machine door René Milhoux (niet de minste in de Belgische motorgeschiedenis) vernietigen. Marcel van Oirsbeek ontwikkelde in 1929 op basis van de Super Sport van Armand Laguesse zijn 500cc-koningsasser, die zowel snel als betrouwbaar was.
Al in 1935 begon Gillet met de ontwikkeling van een militaire motorfiets. Van deze zware tweetakt werden in 1937 een aantal machines door het Belgische leger afgenomen. Aanvankelijk bedroeg de cilinderinhoud 600 cc, maar deze werd op verzoek van het leger vergroot tot 720 cc. Ze waren bedoeld voor zijspangebruik, maar vertoonden te veel kinderziekten, met name oververhitting. De zijspannen werden naar specificaties van het leger gebouwd. Ook het Franse leger bestelde een aantal van deze machines, die echter niet op tijd klaar waren en aldus in handen van de Duitsers vielen… In 1936 was ook een legermachine met 600cc-kopklepmotor ontwikkeld. Deze kon voorzien worden van een Belgian-zijspan, waardoor er een inschakelbare zijspanwielaandrijving mogelijk was. Nadelig voor de stabiliteit was het ontbreken van voorloop bij deze combinatie. In 1938 was de oorlogsdreiging groot genoeg voor de productie van de AB 38 (350cc-zijklepmotor) en de AB 38 (600cc-zijklepmotor). In 1951 nam het Belgische leger weer een aantal Gillets af: de Estafettes, die zowel in 500cc-zijklepversie als in 400cc-kopklepversie geleverd werden.
Vanaf 1928 bouwde gillet ook driewielers, die men ook als personenwagens kan zien. Eén zo'n auto behaalde een snelheidsrecord in de klasse Cyclecar 500 met een snelheid van 117 km/h.