Trinacromerum

Trinacromerum
Status: Uitgestorven, als fossiel bekend
Fossiel voorkomen: Krijt
Trinacromerum
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Superorde:Sauropterygia
Orde:Plesiosauria
Familie:Polycotylidae
Geslacht
Trinacromerum
Cragin, 1888
Typesoort
Trinacromerum bentonianum
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Trinacromerum op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Trinacromerum[1][2] is een geslacht van uitgestorven zeereptielen behorend tot de groep der Plesiosauria, dat leefde in het Laat-Krijt. Fossielen van Trinacromerum zijn alleen gevonden in Noord-Amerika.

In 1888 werd de typesoort Trinacromerum bentonianum benoemd en beschreven door Francis Whittemore Cragin. De geslachtsnaam is afgeleid van het Grieks treis, "drie", akron, "top", "spits", en meros, "dijbeen". Dit verwijst naar de hypothese van Cragin dat de beenderen van de onderarm en het onderbeen met drie uiteinden articuleerden met drie facetten van respectievelijk het opperarmbeen en het dijbeen, net als bij de ichthyosauriër Baptanodon. Onderzoek in 1908 door Williston kon het bestaan van deze vermeende facetten niet bevestigen. Plesiosauriërs hebben geen extra epipodia.

De soortaanduiding verwijst naar de Bentonformatie en de herkomst uit Osborne County, Kansas.

Het holotype, USNM 10945, is bij de Solomon River door Cragin gevonden in een laag van de Bentonformatie die dateert uit het late Cenomanien. Het bestaat uit een skelet met schedel. Behalve de schedel en onderkaken bewaart het twintig halswervels, drie borstwervels, drieëntwintig ruggenwervels, twee of drie sacrale wervels en zo'n vierentwintig staartwervels. Een tweede schedel, specimen USNM 10946, is het paratype. Beide exemplaren waren midden twintigste eeuw kwijtgespeeld, maar werden in 1976 door Dawn Adams teruggevonden in het Smithsonian. Nieuw onderzoek toonde aan dat het niet om een nomen dubium ging, zoals wel beweerd werd toen er toch geen fossielen meer van bekend waren.

Dolichorhynchops werd door Williston gezien als een jonger synoniem van Trinacromerum. Maar een studie door Kenneth Carpenter wees in 1996 op duidelijke verschillen in bouw. Daarbij liggen deze taxa tien miljoen jaar in ouderdom uiteen.

Deecember 1936 werd in Cloud County nog een schedel gevonden, specimen KUVP 5070. In 1944 werd deze door Elmer Riggs benoemd als een derde soort, Trinacromerum willistoni. In 1996 echter stelde Carpenter dat dit een jonger synoniem was van Trinacromerum bentonianum.

George Dreher vond in Ellis County, Kansas, een groot exemplaar zonder schedel, specimen FHSM VP-698. Dit is echter duidelijk jonger dan het holotype. Het werd in juni 1956 opgegraven door George Fryer Sternberg en M.V. Walker.

In 1935 benoemde Loris Russell een tweede soort: Trinacromerum kirki. De soortaanduiding eert professor Stuart Raiburn Kirk die het in de herfst van 1932 gevonden specimen in de lente van 1933 opgroef, maar al in 1934 overleed.

Op basis van schedel KUMNH 40001 benoemde Adams in 1997 een Trinacromerum bonneri in een artikel dat echter nooit gepubliceerd zou worden. De naam duikt wel soms nog op in sommige soortenlijsten en is op zijn best een nomen nudum. De schedel behoort volgens Carpenter tot Dolichorhynchops.

Uiterlijke kenmerken

[bewerken | brontekst bewerken]
Skelet van Trinacromerum.

Trinacromerum was een gestroomlijnd dier met lange kaken en puntige tanden. Net als bij zijn verwant Dolichorhynchops zaten er twee kleine kammetjes voor de ogen. Over het schedeldak had Trinacromerum een richel lopen. Deze werd waarschijnlijk gebruikt om kaakspieren aan te hechten. Trinacromerum had voor een plesiosauriër een vrij lange staart. Ook had Trinacromerum een smalle richel over zijn rug lopen. Waar deze voor diende weet men niet. Anders dan de meeste andere plesiosauriërs was Trinacromerum gebouwd op snelheid. Hij werd zo'n drie tot vier meter lang.

Trinacromerum in verhouding met een mens.

Classificatie

[bewerken | brontekst bewerken]

Trinacromerum leek qua uiterlijk op een pliosauriër, maar recentere studie wijst uit dat het om een plesiosauriër gaat. Omdat de ledematen en de lichamen erg overeenkomen denkt men dat Trinacromerum en verwanten de zustergroep van de Elasmosauridae waren. Enkele typische plesiosauriër-kenmerken van Trinacromerum waren zijn schedel en zijn flippers. De schedel had wel de vorm van een pliosauriër door de lange kaken, maar was lichter gebouwd. De flippers waren anders dan die van pliosauriërs omdat de achterflippers bij pliosauriërs groter zijn en bij plesiosauriërs en dus ook Trinacromerum en verwanten zijn de voorflippers groter.

Men weet niet precies uit welke groep van plesiosauriërs de Polycotylidae zich geëvolueerd hebben. Men denkt dat ze nauw verwant zijn aan de Elasmosauridae en zich geëvolueerd hebben uit dieren die leken op en verwant waren aan de Aristonectes. Dit dier had voor een langnekkige plesiosauriër een vrij korte nek en lange kaken. Ook was het lijf gestroomlijnd en de staart vrij lang voor een plesiosauriër.

Vier Trinacromerum, een Clidastes en een haai zijn aan het jagen op vissen.

Een der oudst bekende polycotyliden is Thililua uit het Marokko van het Turonien. Deze soort had nog een vrij lange nek en een stompe kop. Hij leek een beetje op vroege pliosauriërs als Macroplata.

Trinacromerum leefde in het Laat-Krijt in Noord-Amerika samen met andere plesiosauriërs zoals Elasmosaurus, Styxosaurus, Dolichorhynchops en Polycotylus, de mosasauriërs Tylosaurus, Clidastes en Platecarpus, de schildpad Protostega, de tanddragende zeevogels Hesperornis en Baptornis, de champsosauriër Champsosaurus, de mariene gaviaal Eothoracosaurus en in de kustwateren met de gigantische krokodilachtige Deinosuchus. Boven al deze zeedieren vlogen verschillende soorten pterosauriërs zoals Pteranodon en Nyctosaurus en de zeevogel Ichthyornis. In de buurt werden ook fossielen van dinosauriërs als Gorgosaurus, Albertosaurus, Daspletosaurus, Troodon, Ornithomimus, Dromiceiomimus, Euoplocephalus, Chasmosaurus, Centrosaurus, Styracosaurus, Pachycephalosaurus, Gryposaurus, Kritosaurus, Corythosaurus, Maiasaura en Parasaurolophus gevonden.