Hr.Ms. O 12
| ||||
---|---|---|---|---|
Hr.Ms. O 12 na de tewaterlating
| ||||
Geschiedenis | ||||
Kiellegging | 20 oktober 1928[1] | |||
Tewaterlating | 8 november 1930[1] | |||
In dienst gesteld | 20 juli 1931[1] | |||
Uit dienst gesteld | 14 mei 1940[1] | |||
Algemene kenmerken | ||||
Waterverplaatsing | 610 ton (boven water)[1] 754 ton (onder water)[1] | |||
Afmetingen | 60,4 x 6,8 x 3,6 meter[1] | |||
Bemanning | 29-31 koppen[1] | |||
Techniek en uitrusting | ||||
Machinevermogen | 2 x 900 pk (dieselmotor)[1] 2 x 310 pk (elektromotor)[1] | |||
Snelheid | 16 knopen (boven water)[1] 8 knopen (onder water)[1] | |||
Bewapening | 5 x 53,3 cm torpedobuizen[1] 2 x 4,4 cm kanon[1] 1 x 12,7 mm mitrailleur[1] | |||
|
De Hr.Ms. O 12 was een Nederlandse onderzeeboot van de O 12-klasse. De O 12 werd gebouwd door scheepswerf de Koninklijke Maatschappij de Schelde uit Vlissingen.[1] Tijdens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog lag de O 12 in groot onderhoud waardoor het niet kon uitwijken naar het Verenigd Koninkrijk. Daarop viel het schip in Duitse handen die het schip als UD-2 in dienst namen. In 1944 werd het schip door de Duitse strijdkrachten uit dienst genomen, om in mei 1945 te worden afgezonken in de haven van Kiel. Na de Tweede Wereldoorlog werd het gelicht en gesloopt.[2]
In 1935 maakte de O 12 samen met de O 13, O 15, Hertog Hendrik, Van Ghent, Kortenaer en Z 5 een tocht waar de schepen de havens van het Zweedse Göteborg en het Noorse Oslo aandeden. Twee jaar later in 1937 maakte de O 12 samen met het zusterschip de O 14 een reis naar Suriname en Curaçao.[2]
Tijdens de Duitse aanval op Nederland in 1940 bevond de O 12 zich, voor vierjaarlijks onderhoud door de Rijkswerf, in Den Helder. Omdat de O 12 de oversteek naar het Verenigd Koninkrijk niet kon maken werd het schip door het personeel van de werf onklaar gemaakt en tot zinken gebracht.[2]
De Duitse bezetter liet de O 12 lichten en daarna repareren bij de scheepswerf van Wilton-Fijenoord uit Schiedam. Op 30 januari 1943 werd de O 12 als U-D2 in dienst genomen bij de Duitse marine. De U-D2 werd gestationeerd in Bergen waar het schip verbonden was aan de U-Abwehrschule als opleidingsschip. Op 6 juli 1944 werd de U-D2 alweer uit Duitse dienst genomen en werd het schip naar Kiel overgeplaatst. Vlak voor het eind van de Tweede Wereldoorlog werd de U-D2 door de Duitse marine onklaar gemaakt en tot zinken gebracht in de haven van Kiel.[2]