Julius Bittner (Wenen, 9 april 1874- Wenen, 9 januari 1939) was een Oostenrijks componist.
Na zijn rechtenstudie afgerond te hebben was hij tot 1920 werkzaam als rechter in Wolkersdorf (Neder-Oostenrijk) en van 1920-1922 ambtenaar op het Ministerie van Justitie, daarnaast had hij zijn muziekopleiding bij Josef Labor en Bruno Walter die tevens zijn eerste opera's (Die Rote Gred (1907) en Der Musikant (1909) dirigeerde.
Vanaf 1922 hield hij zich in hoofdzaak bezig met componeren en was gedurende de eerste helft van de 20e eeuw, een van de bekendste en meest opgevoerde operacomponisten in Oostenrijk. Hij componeerde zijn werken in laatromantische stijl naar de traditie van Richard Wagner en schreef in hoofdzaak zijn eigen libretti, meestal gebaseerd op actuele thema's afkomstig uit de Alpenlanden. Als waardering voor zijn werk mocht hij verscheidene onderscheidingen in ontvangst nemen, zoals o. a. de Mahlerprijs (1915), de Raimundprijs (1919), de kunstprijs van de stad Wenen (1925) en de staatsprijs voor muziek en literatuur (1937)