Wolfgang Fortner (Leipzig, 12 oktober 1907 - Heidelberg, 5 september 1987) was een Duits componist en dirigent.
Fortners ouders waren zangers. Hij begon in 1927 te Leipzig zijn studies aan de hogeschool voor muziek en theater in orgel, compositie en aan de universiteit te Leipzig filosofie, muziek en Duits. Nog tijdens zijn studies werden composities van hem in het openbaar uitgevoerd. In Berlijn maakte hij kennis met Arnold Schönberg. Hij schreef een afstudeerwerk over de kamermuziek van Paul Hindemith.
Vanaf 1931 ging hij muziektheorie doceren aan de hogeschool voor kerkmuziek te Heidelberg. Hij werd uitgescholden voor kultuurbolsjewist.
In 1935-1936 stichtte Fortner het Heidelbergs Kamerorkest, waarmee hij moderne muziek van zichzelf en anderen uitvoerde. Hij reisde voor concerten naar Scandinavië, Nederland en Griekenland. In dat jaar nam hij de leiding van het orkest van de Hitlerjugend te Heidelberg. In 1940 werd hij soldaat bij de medische dienst.
In 1941 werd hij lid van de NSDAP met nummer 7818245.[1] In dat jaar gaf hij het „Heidelberger Liederbuchs für den genesenden Soldaten“ uit, maar zonder eigen composities.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd hij als meeloper aangeduid. In 1954 werd hij professor voor compositie, eerst aan de Nordwestdeutsche Musikakademie Detmold, vanaf 1957 tot zijn emeritaat in 1973 aan de Hochschule für Musik Freiburg te Freiburg im Breisgau.
Onder zijn leerlingen noemen wij de componisten Günther Becker, Arthur Dangel, Friedhelm Döhl, Hans Ulrich Engelmann, Diego H. Feinstein, Peter Förtig, Volkmar Fritsche, Hans Werner Henze, Milko Kelemen, Rudolf Kelterborn, Karl Michael Komma, Arghyris Kounadis, Ton de Kruyf, Uwe Lohrmann, Wolfgang Ludewig, Bruce MacCombie, Roland Moser, Diether de la Motte, Nam June Paik, Graciela Paraskevaídis, Robert HP Platz, Rolf Riehm, Wolfgang Rihm, Griffith Rose, Mauricio Rosenmann, Dieter Schönbach, Rolf Schweizer, Manfred Stahnke, Henk Stam, Peter Westergaard, Hans Zender, Bernd Alois Zimmermann, Heinz Werner Zimmermann, de dirigenten Thomas Baldner en Arturo Tamayo en de vertaler Hans Wollschläger.